Nabije lezing: Heugenis van Adriaan Krabbendam

in eindeloze rijen, dicht opeen
en in verwondering te staan:
_________________we zijn alleen,
de heuvels zijn van steen.
en hard en onvermijdelijk
de duizend ogen, paar bij paar
waarin een oud licht hangt gewogen:
_______________________dit is gevaar.
het schaduwspel herhaalt zich, bleek
en tastbaar, totdat het in de verte
____________________________sterft
en in de harde steen is ingekerfd.
als dit een moeras is, in de mist
als hier herinnering gist, waarheen
________________wijst de grashalm,
dun en streng en in zichzelve opgericht?

Het gedicht is in 1982 geschreven en in 2017 via Facebook gedeeld. De laatste zin imponeerde met zijn archaïsche taal en heldere beeld. Kunnen we weten waarheen de grashalm wijst, of moet ons dat noodzakelijkerwijs ontgaan? Is het mogelijk om uit de herinnering, die in de waas steeds zoeter wordt,  steeds meer in wijn verandert (mist – gist) een richting voor de toekomst af te leiden?

De eindeloze rijen roepen eerst een beeld van bomen op, maar het gaat hier waarschijnlijk om een groot publiek dat massaal ergens naar staart / en zo de eenzaamheid ervaart. De stenen heuvels met de duizend onheilspellende ogen, dat is het beeld van ‘heugenis’. Onze handelingen zijn een ‘bleek en tastbaar schaduwspel’ dat zich net zolang herhaalt totdat het sterft, om daarna in harde steen te worden ingekerfd. Het doet mij denken aan Horatio’s Exegi monumentum aere perennius ook al gaat het hier om steen in plaats van brons. Wat blijft is het monument in harde steen.

Hoe verhoudt zich dat monument tot de moerassige, gistende, vergissende herinnering? De objectieve stenen heuvels met hun vijfhonderd paar manende ogen staan tegenover de collectieve, subjectieve herinnering die niet in steen is vastgelegd. De strenge grashalm wijst naar een toekomst die aan zichzelf voldoende heeft. De stenen heuvels kunnen het gras niet beïnvloeden, en de vage collectieve herinnering ziet de richting niet. Dat brengt ons terug bij de verwondering aan het begin. We zijn alleen en als we geluk hebben, zien we een grashalm die we niet kunnen reduceren tot heugenis.

Geef een reactie