Gesprekskiller

Twee weken geleden ging ik met mijn dochtertje bergwandelen in het zandsteengebergte aan de Saksisch-Tjechische grens. Op het Hauptbahnhof in Dresden werd ik ongevraagd aangesproken door een vroegbejaarde esoterica.
“Gelooft u in de toekomst?”
Ik heb weinig ervaring met dit type seksueel gefrustreerde kruidenvrouwtjes maar wilde het secreet en de stroom kwalijke kwakzalverij die uit haar paardenbek in mijn richting zou opborrelen met alle middelen vermijden.
– “Ik ben een snoeiharde atheïst, doet u zich dit gesprek niet aan, mevrouwtje.”
Ik had de woorden nog niet uitgesproken of ze braakte al haar standaardantwoord uit:
“Ik heb dertig jaar ervaring en ich stelle mich jedem Gespräch, en ga geen enkel gesprek uit de weg.”

Een nog oudere dame vroeg me op dat moment of ze haar kaartjes moest afstempelen en ik maakte dankbaar van de gelegenheid gebruik om me even van de menopauzale hysterica af te kunnen wenden. Ik stond de dame vriendelijk en uitgebreid te woord, wenste haar een goede reis en maakte me uit de voeten. De toverkol was ondertussen afgedropen, maar een fundamentele vraag vatte post in mijn gedachten nadat ik in de trein was gestapt: hoe kunnen we zulke fanatici op een beschaafde manier de mond snoeren?

Het is alleen een probleem voor wie zijn vriendelijkheid niet wil prijsgeven. Wat je ook zegt, ze hebben op alle mogelijke antwoorden hun repliek ingestudeerd. Ze lijken warempel ad rem, maar dat is slechts een kwestie van lange, domme ervaring.

We stellen ons voor dat zo’n van enthousiasme overkokende flauwekulapostel ons aanspreekt.
“Gelooft u in de toekomst?”
– “Ik begrijp uw vraag niet goed en als u me wilt verexcuseren…”
“Dus u denkt dat alles blind toeval is?”
– “Ik ga hier verder liever niet op in.”
“Dus de toekomst is niet belangrijk voor u?”
– “De toekomst ken ik net, net zo min als ik u wil kennen.”
“God heeft ook een plan met u, juist met u. Dat kan ik zien aan uw ogen.”
– “Ik wil u vriendelijk doch dringend verzoeken, mij verder met rust te laten.”
“Ik laat u ook met rust. Maar u moet God wel toelaten. U krijgt van mij deze brochure. Daar staat het allemaal in.”
– “Nee dank u vriendelijk, ik heb écht geen interesse.”
“Wist u dat 80% van de mannen van prostaatkanker geneest nadat ze God hebben gevonden?”
-“Een fijne dag nog. Als u me wilt verexcuseren…”

Hoe raak je ze kwijt, deze duivelse extremisten, zonder een paar treden naar beneden te springen op de beschavingsladder, waar de Zaandamse treitervloggers en de Maghrebijnse reppertjes over elkaar heen buitelen?

Geef een reactie