Vergeetachtigheid

forgetJe kijkt je liefste diep in de ogen en glimlacht als je bedenkt hoe gelukkig je elkaar kunt maken. De persoon tegenover je glimlacht dunnetjes terug. Verbaasd trek je je wenkbrauwen op.
“Is er iets?” laat je je ontvallen. De ander zucht hoorbaar. “Heb je iets verkeerds gegeten?”
Je denkt alle mogelijke scenario’s uit, alsof je aan de lopende band scripts produceert voor moeilijke films die mensen bij de strot moeten grijpen. Alles laat je door je hoofd gaan, het zou kunnen zijn dat de persoon tegenover je jarig is. Zou het kunnen zijn dat er sprake is van ziekte of zwangerschap? Een terminale aandoening? Een overleden Golden Retriever? Een economische crisis die de aandelen heeft gedecimeerd? Misschien een tornado die alles heeft opgewoeld op zijn pad. Of je hebt de persoon op de andere stoel zojuist ernstige beledigingen naar het hoofd geslingerd. Een diepe, lelijke frons ontsiert je voorhoofd als een drooggevallen sloot een dorre landstreek. De ander schudt het hoofd en zegt dan
“Je bent het echt vergeten he?”

Je hersens lijken uit je hoofd te puilen, zo zeer span je je aan om te achterhalen wat er aan de hand zou kunnen zijn. Je kijkt zo onopvallend mogelijk om je heen om indicaties te vinden, aanknopingspunten. Het helpt niets. Je zucht hoorbaar, zodat het je tegenover opvalt en hoopt dat er de conclusie aan verbonden zal worden dat je je tenminste hebt ingespannen. Dan tikt je liefste met de steel van een vork op tafel en zegt “Je zou nog een litertje melk gaan halen.”

Vergeetachtigheid is een aandoening die onverbiddelijk huishoudt in onze sociale omgeving en de contacten reduceert tot een een selecte groep mensen die er geen problemen mee hebben, je voor halfvol aan te zien. Want zonder de faculteit van een gedegen herinnering brokkelt de hele fresco van geloofwaardigheid af die anderen met zoveel tijd en moeite onze persoon betreffend hebben opgebouwd. Zonder een flinke erinneringsvermogen verdwijnt ons profiel in de hoofden van de anderen. We zijn niets meer, want we zouden alles kunnen hebben vergeten. We worden niet meer waargenomen als persoon, maar als medium van wat we toevallig nog niet vergeten zijn. Het is een kwaal waarin anderen zich niet kunnen verplaatsen. Zouden ze dat kunnen doen, dan zouden ze de ene pool die het contact nog begrijpelijk maakt, namelijk zichhzelf, moeten opheffen.

Voortijdige dementie is een nachtmerrie, een horribele kwaal. Onze dagen zijn doorspekt met heldere momenten die ons zoveel pijn doen dat we ze niet eens meer willen. Dat we onze dromen vergeten is normaal. Daarom zullen de anderen de kwaal niet zo gauw herkennen. En een tijdlang denken we hem zelf te moeten verdonkermanen.

Het is een marteling, zo te moeten leven als een persoon die we steeds meer willen zijn en die we steeds minder kunnen zijn. Onze naasten willen ons begrijpen, en klampen zich vast aan die persoon die naast hen wakker wordt. Maar hoe meer ze zich inspannen, hoe nauwkeuriger ze de contouren van die persoon verscherpen in hun geest, hoe minder we erin slagen, die scherpte te illustreren, en hoe meer de ander zich inspant etcetera. Het is als een lens die wordt scherpgesteld boven een gelachtige substantie. Hoe fijner de vergroting, hoe groter de frustratie dat er niets te zien valt. Vergeetachtigheid kan dan uitlopen op hopeloosheid van de geliefde persoon ergens tegenover ons, die ons dan rood aangelopen toeschreeuwt “Je had verdomme beloofd om een liter melk te halen!”

 

Geef een reactie