Verstaander

Ik werp me graag op als verstaander. In mijn vriendenlijsten staan antisemitische linksextremisten met een eng gebrek aan zelfkritiek (“ik ben vredelievend en PVV’ers moet je doodmeppen”), alsook pompoenhoofden die routinematig karikaturen publiceren van de islamitische profeet M., liggend op de grond met zijn benen omhoog terwijl hij een paraboolvormige straal amberkleurige spetterpoep precies in zijn eigen mond spuit.

Extremen heb ik altijd opgezocht omdat er iets van te leren viel, of eerlijker, omdat het einfach geil was. De wetenschap kan veel leren van organismen als tardigrades (waterbeertjes), die 6000 keer de atmosferische druk, temperaturen van bijna het absolute nulpunt (-273 Celsius), kosmische straling, een vacuüm en Mattie en Wietze kunnen overleven. Ik luisterde als adolescent naar snoeiharde metaalmuziek, het soort bands dat onverholen dood en verdoemenis in de microfoon braakt en zich wel eens wil wagen aan suïcide op de bühne. Maar ik luisterde ook naar solo-partita’s voor barokviool, uitgevoerd op traditionele 17e-eeuwse instrumenten door Sigiswald Kuyken. Op het gebied van beeldende kunst was het gebruik van slachtafval en excrementen een zekere indicatie dat de kunstenaar zijn concept in extremis had proberen te implementeren.

Als ik maar het uiterste van het spectrum te pakken had, want dan maakte ik kans op een overzicht over alle lichtere en gecompromitteerde vormen. Voorspelbaar genoeg verloor ik echter alle interesse in het maken van dat overzicht, zodat ik alleen achterblijf met de vage herinnering van het aldus nutteloos geworden extreem. Maar deze puberale hobby kan in 2017 wellicht van pas komen. Doordat ik bij iedere aanstootgevende opmerking meteen de sadistische overdrijving hoch drei erbij denk, kan ik het hoofd koel houden.

Ik kies mijn woorden zorgvuldig om de sentimenten van zowel links als rechts te bespelen. Het blijft koorddansen want zodra je de schijn van authenticiteit verliest of men denkt dat je aan het paaien bent, flikker je van het touw af. Maar deze Seiltanz (de metafoor is van Nietzsche) heeft een doel. Ginds aan de overkant zijn de linkse en rechtse sentimenten geïntellectualiseerd en bevinden ze zich in zinstichtende debatten vol ironie, kwinkslagen en grondigheid.

Yeah right. Wat doet een verstaander concreet? Hoe beoefen je de kunst om zodanig te formuleren dat “links” en “rechts” zich laten verleiden tot intellectuele (niet: intellectualistische) zelfkritiek, die ze vervolgens aan elkaar kunnen uitbesteden?

Exempli gratia:

Als we (en als rechtgeaarde linkse burger mag u zich nu met een vlakke hand op het voorhoofd slaan) meer van de Islam willen begrijpen kunnen we het beste naar het meest ranzige Salafistentuig kijken, het soort dat als door de duivel bezeten ‘Allah akbar’ roept nádat ze in een aantal stukken zijn gereten door de mislukte plofkraak van hun eigen darmen.

Als we (en als linke rechtse rakker mag u zich nu met een vlakke hand op het voorhoofd slaan) meer van nationalisme willen begrijpen kunnen we het beste naar het ranzige Noord-Korea kijken, waar de ultranationalistische doctrine heeft geleid tot wereldwijde sancties, ongekende hongersnood en een gebrek aan individuele vrijheid dat bijna net zo erg is als in een betuttelende sociaal-democratie.

Geen idee of het vruchten gaat afwerpen. Ik kom er vooralsnog op social media mee weg want ik verdien likes (die blauwe duimpjes waar je in de toekomst nog eens je hypotheek mee kunt afbetalen) uit beide geloofsrichtingen.

Geef een reactie