Sunny Delft

Toen ik met een beker koffie van de Spar op de Binnenwatersloot de binnenstad van Delft inliep, werd ik een aangename stroom van endogene morfinen gewaar, de goedkoopste manier om zelfstandig een milde depressie onder de duim te houden. Zoals in de andere Hollandse stadjes ervoer ik de ophaalbruggetjes en 17e-eeuwse gevels als oogstrelend, al moet je er goed uitkijken dat de voedselkoeriers die de straten met 21e-eeuwse haastigheid doorkruisen je een beetje kunnen ontwijken. Ik mocht op een bankje voor een Grieks restaurant niet gaan zitten dus ik deed naar de norse dame maar of ik Amerikaan was en vervolgde al fotograferende mijn weg.

Bij het zonovergoten marktplein met het standbeeld van Hugo de Groot, vond ik een plek om mijn boterhammen te eten. Over de gedachte wilde ik schrijven, dat steenrijken vooral betekenis putten uit het verdedigen van hun bezittingen. Wanneer je 27 huizen hebt, wat is dan de gevoelsmatige waarde van het 28e? Juist wanneer de socialisten je het bezit ervan komen betwisten, kun je de eigendomsparagrafen leven inblazen. Dan sijpelt betekenis binnen in de abstracte gedachte dat het onroerend goed van jou is. Je recht je rug: het bezit van het 28e huis is boordevol betekenis omdat het de ongenaakbaarheid van het eigendomsprincipe demonstreert.

Het beroemde traktaat uit 1609 van de geboren Delftenaar Grotius over het vrije gebruik van de wereldzeeën (Mare Liberum), omdat dat eerlijker is (en in Oost-indië handiger voor de Hollanders), lag aan de basis van het internationaal recht. Als commons-enthousiast (dat is een anarchist die zich weleens heeft geschoren) pleit ik ervoor om het maritiem recht nu al, en niet pas wanneer het land een plas is in 2200, toe te passen op neerlands exorbitant woningbezit.

De felle zon, en mijn ludieke gedachtengang, deden me knipogen in de richting van de bronzen Grotius, die hier in 1583 werd geboren. Wat een schande dat de Hollanders het Wunderkind Hugo hebben weggestuurd vanwege wat lullige intracalvinistische disputen. Ik stel me een 17e-eeuwse Mark Rutte voor die het allemaal “heel verschrikkelijk” vindt, terwijl het onder zijn bewind geschiedde.

Ik wandel door Delft als Kafka door Praag. De oude graanmolen, de Stadspoort, de kerken, de filigrane ijzeren bruggetjes, de slimme steegjes, de gotische gevel van Delfts oudste woonhuis waarin het Hoogheemraadschap is gevestigd: de hardware van Nederland, gratis toegankelijk op een vrijdagmiddag voor deze nep-Amerikaan.

De zon was nog niet onder toen de daluren weer aanbraken en de ik-figuur zich naar het in architectonisch opzicht niet onaardige hoofdstation van Vermeers parel begaf.

Geef een reactie