Le Mans

Doelloosheid. Ik moet me herinneren aan kleine doelen, voordat ze kristalliseren. Is het dit onvermogen om doelen te stellen en me daaraan te houden, het scherpe schijnsel van mijn zaklamp te volgen, dat mijn donkere onderbewustzijn deed besluiten dat het pijn nodig heeft?

Doelloosheid, de vraag “wat ga je straks doen?” niet kunnen beantwoorden of weigeren, is een poging om tijdloos ‘er te zijn’, een uitdrukking van angst voor de tijd als angst voor het zijn zelf. Een onbestemde angst die aan al onze gedachten en ervaringen kleeft. We kunnen haar niet negeren, ze vertekent alles.

Het schrijven, die activiteit waar ik mijn irrationele hoop op heb gevestigd, lukt niet goed. Ik las dat Salman Rushdie soms ook verstoken is van inspiratie, nadat hij recent was neergestoken tijdens een lezing. Het mes in mijn mond is niet ideologisch, en het is geen echt mes, maar het lijkt iets te blokkeren. Zinnen als deze zijn authentiek in de zin dat ik ze zo opschrijf als ze in me opkomen, het is de ruwe vorm van wat ik wil zeggen – en daarmee wil ik illustreren dat die ruwe vorm overgewaardeerd wordt.

In le Mans wandelde ik naar een hotel, nam een douche, at een ongezonde pizza, deed mijn ademhalingsoefeningen. Er is over dit leven weinig te melden, de glans is verloren. Er is geen morele strijd, er is alleen de grijze strijd tegen de kiespijn. Le Mans is voor mij niet de stad van de autoracen, maar een van de vele Franse stadjes waar ik ‘vast’ kwam te zitten door de totale staking van het Franse personeel, waarop ik een akelige woede en grove minachting begon te ontwikkelen. Primitief rotland, net nu ik mijn helende reis wilde ondernemen! Wat doe ik hier ook, tussen de stenen, in al deze steden? Wat doe ik hier?

De zorg dat mijn eigenste manier van schrijven niets bijzonders is, moet gecontempleerd. Wat is er dan wel ‘iets bijzonders’? Al mijn studeren en lezen heeft tot niks geleid. Ik heb geen interesses en wil ook niet doen alsof. Dit gegeven mag eerlijk mijn gesteldheid zijn, het vormt een groot obstakel voor het schrijven. De enige voorlopige oplossing is jezelf verliezen in details. Vlekken op bestrating en muren, de waaier van verschillende richtingen van alle mensen die op een plein lopen, de dikke jongen die een simpel deuntje speelt op de piano in de stationshal van le Mans.

Een man met rozen in een kerk, de hond van een bedelaar die onder een deken ligt te slapen, het warme water van de hoteldouche. Mijn ervaringen zijn primitief en er is geen verbinding tussen hen. En ze worden steeds verder uit elkaar gerukt, zoals sterrenstelsels in de huidige opvattingen van de kosmologie: zelfs het licht kan de buurgalaxie in het uitdijende heelal niet meer bereiken.

Zal ik ooit weer mijn elementaire ervaringen kunnen verbinden tot een vertelling, dat betekent een rondwandeling door de ervaringswereld die ik in mijn leven heb opgebouwd? Het is een wereld vol zwakte, vol mislukking, maar ook vol verwondering.

Geef een reactie