Kent u die van die baby die niet in zijn eigen land mag wonen?

Over subtiele schending van de mensenrechten in Nederland anno 2013

hrMaakt u zich geen zorgen: dit is geen oproep aan de lezer om in actie te komen. Het gaat me erom, dat mensen weten wat sommige medeburgers bezighoudt. Als u verder leest, treft u geen gironummer van een hulpbehoevende organisatie aan, slechts de briesende (en vermakelijke) taal van een gedesillusioneerde medeburger.

Het gaat weer eens over buitenlanders. De immigratiewetgeving is geassocieerd met vluchtelingen en asielzoekers, mensen die anders zijn dan wij. Af en toe horen we van een vriend of collega dat zijn zoon of dochter met een buitenlander is getrouwd, en het paar niet in Europa kan wonen vanwege de strenge immigratiewetten. Dit voelt dan eventjes onaangenaam, maar we hebben de uitleg paraat: “Het zijn slachtoffers geworden van een noodzakelijke wet, die onze economie beschermt…”

“… tegen de donkere plaag” hoeven we er niet meer bij te zeggen, want we begrijpen elkaar. Hoe vervelend het ook is dat sommige van “ons volk” betroffen zijn omdat ze zonodig met een Filippina of een Palestijn moeten trouwen – het is hun eigen schuld, en we gaan die mensen toch zeker niet onvoorwaardelijk ons land binnen laten?

Wat we koste wat het kost willen voorkomen – we deinzen niet terug voor schending van mensenrechten – is dat de vreemdelingen in ons land “rechten” opbouwen: rechten op sociale voorzieningen. Dit beleid wordt zo krampachtig gevoerd, het is zo overduidelijk dat mensen alleen maar welkom zijn wanneer ze aan de economie bijdragen, dat het menig Nederlander die zijn horizon heeft verbreed het schaamrood op de kaken jaagt. En het is buitengewoon hypocriet: om te voorkomen dat mensen een recht op bijstand opbouwen, schenden we maar hun mensenrechten (het recht op gezinshereniging, zoals de raar gekozen juridische term luidt).

Officieel onderschrijven we de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (artikel 16 beschermt het gezin), en de rechten van het kind (artikelen 7, 9 en 10 bepalen dat “om herenigd te worden met zijn of haar ouder(s) als het kind en de ouder(s) niet in hetzelfde land wonen.” en dat “het kind heeft het recht [heeft] zijn of haar ouders te kennen en door hen verzorgd te worden.”) maar in de praktijk maken we het recht op verblijf van bijvoorbeeld de moeder van een kind met de Nederlandse nationaliteit, afhankelijk van allerlei eisen, bovenal een tamelijk willekeurige inkomenseis (€ 1416 bruto per maand). Wanneer er niet aan die eisen kan worden voldaan, moet de moeder weg, en daarmee worden de mensenrechten van het kind geschonden.

Als echtgenoot van een EU-burger heb je het recht om in de EU te verblijven. Een aantal lidstaten, zoals Nederland en Duitsland, negeren deze Europese wetgeving en stellen de eis, dat de buitenlandse ouder financieel geen risico vormt voor de staat, omdat ze als de dood zijn, dat ze “aanspraak” zouden maken op sociale voorzieningen.

Een maatschappij die zo rijk is als de Nederlandse, en die in 2013 nog dit soort beleid voert, moet zich diep schamen, en zou het verdienen als samenleving zo diep te zinken, dat haar burgers tevergeefs in landen als Taiwan om asiel moeten gaan bedelen. Dat zou ik vinden, als ik net als dat land was blijven steken in oog-om-oog mentaliteit en opportunisme.

Stel je bent een Nederlandse baby met een buitenlandse ouder, en je ouders verdienen niet genoeg geld (dat zou zomaar kunnen in tijden van de economische crisis). Dan mag je dus niet in je eigen land wonen. Leest u die zin nog eens. Weet u welk jaar het is? Je mag niet in je eigen land wonen. En als de vader van het kind als gevolg van soortgelijke inkomenseisen) niet in het land van de moeder mag wonen, betekent dat dus dat er geen enkel land ter wereld is, waar het gezin als eenheid mag existeren. Wanneer we aan mensenrechten denken, en het gezin als fundamentele eenheid zien, is dit een schending niet zozeer van de mensenrechten zelf, maar van de noodzakelijke voorwaarde waaronder we uberhaupt over mensenrechten kunnen spreken.

Het is te absurd voor woorden, en toch is het de dagelijkse realiteit. Ik maak zelf deel uit van zo’n gezin. Dat gezin wil graag in Europa wonen, omdat vader en kind de EU-nationaliteit hebben. Momenteel leeft de vader namelijk als toerist bij zijn vrouw en kind, en is hij in zekere zin vogelvrij. In de EU moet het gezin een procedure starten, ookal staat al vantevoren vast dat het zal worden geweigerd. Het gezin voldoet namelijk niet aan de inkomenseis (het zijn kunstenaars). Het gezin houdt er rekening mee dat ze moeten blijven vluchten om bij elkaar te blijven. Iedere 3 maanden zouden ze dan naar een nieuw land verhuizen. Via de EU zouden ze naar Marokko vluchten, daarna naar Senegal (liftend samen met de baby, bij gebrek aan geld), en verder de wijde wereld in.

Dit soort overwegingen houdt hen dagelijks bezig. De vader, die over de EU-nationaliteit beschikt, zou hebben kunnen bijdragen aan de heilige Economie, maar dat kan nu natuurlijk niet van hem worden verwacht. De mensenrechten van zijn kind worden geschonden, omdat het niet met z’n eigen moeder in z’n eigen land mag wonen. Hij zal dit de EU nooit vergeven, en wie weet samen met een groep Chinesen in een high-tech bedrijf in Singapore met hart en ziel de EU naar de mallemoeren concurreren. Net goed!

De wereld is te groot voor de bekrompen Nederlandse politiek.

En de baby? Die is ondertussen in dromenland, het enige land waar de mensenrechten onaantastbaar zijn.

* * *

“Voetnoten, professor”
We lezen in het “INTERNATIONAAL VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND”
Artikel 7 Naam en nationaliteit
Het kind heeft bij de geboorte recht op een naam en een nationaliteit en om geregistreerd te
worden. Het kind heeft het recht zijn of haar ouders te kennen en door hen verzorgd te worden.

Artikel 9 Scheiding kind en ouders
Het kind heeft recht om bij de ouders te leven en op omgang met beide ouders als het kind van een of beide ouders gescheiden is, tenzij dit niet in zijn of haar belang is. In procedures hierover moet naar de mening van kinderen en ouders worden geluisterd.

Artikel 10 Gezinshereniging
Ieder kind heeft recht om herenigd te worden met zijn of haar ouder(s) als het kind en de ouder(s) niet in hetzelfde land wonen. Aanvragen hiervoor moet de overheid met welwillendheid, menselijkheid en spoed behandelen. Het kind dat in een ander land dan zijn of haar ouder(s) verblijft, heeft recht op rechtstreeks en regelmatig contact met die ouder(s).
(Bron: kinderrechten.nl)

Geef een reactie