De jongeman schoof aan en aanhoorde de preek
van zijn oude vriend met een lui verkwezeld oor
in de marmeren keuken, die speelde voor décor
verbleekte het mannetje en raakte van streek
Zie hem hemeltergend braaf knikken, de onnozele sul
over zijn verloren ruggengraat zullen woeste zeeën klotsen
men zal hem op willen vreten, om hem uit te kunnen kotsen
want zo werkt dat, de fascinatie met de onbenul