Liefste, je bent het decorum van mijn dromen
Wat houd ik alles uit omdat jij bent geboren
Je laat me steeds van mijn doodsangsten bekomen
Geloof me, liefste, zonder jou was ik verloren
Je bent het ingrediënt dat ik niet kan benoemen
Iets wat er hoort te zijn, en er ook gewoon is
En zelfs die vrees wegneemt van witte bloemen
Die woekeren op je graf, en hoe ik je dan mis
Liefste, jij ruikt naar mijn oneindigheid, zover
Tot zo’n prachtige symfonie is het met ons gekomen
Zo vol geloof en hoop dat zelfs een wilde papaver
Op je graf ons eenzijn niet dwars kan bomen
Een stuk kauwgom ben ik, een kleffe vlek, het kwaad
Omwikkel, voor ik aanhef en er lof uit mijn bek kan komen
Mijn luchtpijp en darmen met prikkeldraad
En laat me vannacht zonder decorum dromen