mijn pen

ik schrijf over niets en mijn pen viel net
ik slaak derhalve een luide, echoënde vloek
geloof het of niet, hij ligt tussen het bed
en de muur, ergens achter de plint, ik zoek

hem morgenochtend wel, als het daglicht
is teruggekeerd, en ik weer mezelf ben
nu voltooi ik zonder seriefen dit gedicht
– het ongerief van een lege reservepen

het niets is een mooi en dankbaar onderwerp
als het schrijfgerei de laatste regel haalt
dat is de conditie die het bepaalt: sine qua non

ik ken geen wijsgeer die het ooit zonder kon
want al is de redenering nog zo scherp
zonder die verdomde pen heeft zij gefaald

Geef een reactie