Hij kent dat gevoel, wanneer er iets fout is gegaan
het bloed in zijn wangen, dat raast en kookt
de blinde ijver waarmee hij in de vlammen pookt
en gloeiende vonken wakkeren zijn drift nog aan
Dan vliegt grootmoeders servies tegen de muur
aan gruzelementen, dan raast en tiert en scheldt
en schreeuwt en jankt en vloeit rijkelijk geweld
door zulke buien is hij niet zo’n beste buur
Toch tref je de driftkikker meestal kalm aan
verzonken in gedachten, zijn hoofd rust op zijn kin
maar heeft hij het niet langer naar zijn zin
dan is het oorlog, dan is het met de rust gedaan
Alles om hem heen slaat hij kort en klein
zonder mededogen en met nauwelijks structuur
het duurt bij elkaar meestal maar een half uur
daarna is hij weer zo zacht als marsepein