Ingvar Kamprad, de oprichter van IKEA, heeft voor het eerst belasting betaald in Zweden. Het bedroeg maar liefst 0.0015306122% van zijn vermogen. Vanzelfsprekend was de man over de rooie.
Zijn argument om zo min mogelijk belasting te betalen? Dan kan hij zijn centjes zo fijn in zijn bedrijf investeren. Zijn bedrijf heeft, net als de corporaties van collega miljardairs als Gates of Buffett, veel weg van een klein land dat iedere belastingheffing beschouwt als een inbreuk op zijn soevereiniteit. Hij is er stellig van overtuigd dat de beschikbaarheid van spotgoedkope Billy-kasten en uitklaptafels dermate veel bijdraagt aan het maatschappelijk welzijn dat men bij de belastingen wel een oogje toeknijpt.
Natuurlijk wordt zoiets in huize Kamprad door een klein leger van accountants vakkundig doortimmerd (pun intended). Wanneer je als miljardair geen belasting wilt betalen, dan kan dat. Altijd. Er is altijd wel ergens een land waar je als belastingvluchteling welkom bent zolang je er een paar ton investeert. Er is beslist al een boek geschreven over het feit dat dit niet toevallig zo is omdat we al die kleine eilandstaatjes hebben, maar een structureel aspect van ons economische operating system. Economische groei is zo belangrijk dat we ons liever laten uitzuigen door een belasting ontduikende multinational, die ons land tot overmaat van ramp weldra ook kunnen aanklagen als gevolg van TTIP/CETA, dan dat we normen en waarden verheffen tot meer dan het Zwarte Pietenspel.
Kamprad wilde bij zijn familie zijn en alles wat hij hoefde te doen was bij zijn eerste kopje koffie in Stockholm een royale fooi van een paar ton achter te laten. Wat zal hij zich vreselijk hebben gevoeld. En wat is het belangrijk dit soort humaan weefsel los te weken van de onwaarschijnlijke berg rijkdom waar het op zit vastgekleefd. Want met het geld van de tachtig rijkste mensen kunnen we ieder mens op deze planeet voedsel, onderdak, gezondheidszorg en een basisschoolopleiding garanderen.