Ik observeer steeds vaker dat mensen op Facebook tegen een bepaald standpunt (of, in het geval van minder ontwikkelde lieden: tegen een bepaalde persoon) argumenteren door hun opponent te citeren en het citaat te voorzien van een sarcastisch onderschrift. Bestaat er een woord voor dit gedrag, dat naar ik aanneem ouder is dan de mensheid en ook onder de apen voorkomt? Het gaat om een autoriteitsargument, maar in plaats van bij een god – die heeft deze taak inmiddels godzijdank opgegeven – zoekt zo’n auteur de bevestiging bij een groep mensen van wie hij aanneemt dat ze het hem eens zullen zijn.
Dit is natuurlijk de aard van social media. Het is een “god machine” waar je je eigen publiek kunt uitkiezen, om vervolgens iets te posten waar je je over opwindt, voorzien van het onderschrift “kijk nou toch eens!” Enkele minuten later zijn blauwe duimen, verbale beamingen en aanmoedigende gifjes je deel. Je opinie wordt bekracht door een digitale lofzang. Je gevolg scandeert “daar moet een piemol in” zodra iets de aanschijn wekt van een kritisch geluid. Jouw god, sive de menigte, heeft je weer eens gelijk gegeven. Je laat je knokkels klakken en rekt je uit. Tijd voor een sigaret en wat ben je toch slim, met je aanspeling op de oude Spinoza.
Dit vermogen, zichzelf een patchwork god bij elkaar te klikken door “vriendschappen” en followers te selecteren, is het eigenlijke gevaar van sociale media. Het produceert narcisten die menen dat hun eigen denken feilloos is, omdat hun zelfgekozen publiek hun gelijk toch slechts driftig zal bevestigen en ieder tegengeluid klinkt alsof het uit een ander universum komt.
God, of preciezer: de idee van het goddelijke, stichtte ooit samenhang onder volkeren. Je hoeft geen religiegeleerde te zijn om te zien dat hoe extremer (onwereldser) die god wordt voorgesteld, hoe duurzamer die samenhang is. Iedereen kon ooit (en kan in veel landen helaas nog steeds) wijzen op een ongesluierde vrouw, een blikje bier of een onbesneden lul en het commentaar “kijk nou toch eens!” volstaat om de toorn van een heel volk te doen ontvlammen.
De surrogaatgoden die men voor zichzelf op social media creëert werken bijna op dezelfde manier. Ze vindiceren hun schepper als deelgenoot van een lijdend volk. Maar omdat surrogaatgoden ook na hun schepping nog kunnen worden aangepast, zijn ze volledig onkritisch. Als je je god achter je weet, waarom zou je dan nog luisteren naar andere argumenten, die zich tenslotte op hun beurt moeten beroepen op een andere, minderwaardige god?