In de glazen kiosk op het centrale plein hier in Setúbal waar ik regelmatig kom om een cafezinho te drinken, zit een bejaarde man een krant te lezen. De felle zon hult hem, zijn lectuur, zijn tafeltje en de andere aanwezigen in botergeel licht. Ik kijk over zijn schouder naar de pagina die hij heeft opengevouwen en lees de meest prominente onder de daarop aanwezige krantenkoppen. Het grijze heerschap schijnt zich niet op het bewuste artikel te concentreren, maar ik zal u niet onthouden wat er staat: “sexo oral pode prevenir cancro”.
Ik weet niet precies waarom er van deze omstandigheid zo’n troostrijke en gelukkig stemmende werking uit gaat. Misschien heb ik onbewust in de gaten dat ik, in tegenstelling tot de bejaarde man, me nog decennialang kan verheugen op kankerpreventie. Misschien is het de voor de hand liggende en natuurlijke aard van de therapie of de tot de verbeelding sprekende bijwerkingen. Misschien is het de gedachte dat vooruitgang mogelijk is wanneer we ons bezinnen op het wezenlijke, in plaats van steeds ingrijpender genen en gedachten te manipuleren.
Er zijn in de kiosk geen tafeltjes meer vrij. Ik werp nog een blik op de krant om me ervan te vergewissen dat ik de woorden correct in mijn kop heb voor mijn column, alvorens in een ander etablissement plaats te nemen voor het nuttigen van een kop koffie en het neerschrijven van de dichtregels “de stad lag vol met dode duiven / ik rukte de poëzie vanonder hun veren vandaan / maar faalde.”
Iedereen heeft, in wat we graag onder een democratische samenleving willen verstaan, het recht op zijn eigen opvatting van het goede leven. Ik neig naar de renaissance-opvatting die teruggaat tot Aristoteles of Epicurus. Wandelingen, overpeinzingen, poëtische wortelingen (I.L. Pfeiffer) en gesprekken in radicale vrijheid. Een levenshouding die bij de dingen stilstaat, omdat er altijd wel wat uit te leren valt. Zo kan preventief pijpen ons als Platonische metafoor dienen en verbeelden hoe we kunnen voorkomen dat de samenleving gaat opbollen onder het kankergezwel van corruptie en hebzucht. Te bepalen wie de klootzakken zijn die dan toch eens klaar moeten komen, en hoe we ons de orale bevrediging van zoiets complex als onze samenleving moeten voorstellen, laat ik aan de lezer over. Misschien kan alleen de fantasie ons nog redden.
Meesterlijk, Kamiel! Ik heb van je post genoten (hoewel ik er maar niet van klaar kwam, helaas – haha)
Misschien had je – in retrospect – ook ‘botergeil’ licht kunnen schrijven 🙂
dank je!