Mamobo

Van Berlijn gaat een aanzuigende werking uit op vrije jongens. Sinds ik me kan herinneren ben ik er zelf actief als ‘Freiberufler’ of ‘Freier Mitarbeiter’. Denk niet, zoals ik in mijn begintijd, dat kort ik wel even hip af tot ‘Freier’ want dat betekent hoerenloper. Zeg dan liever ‘freelancer‘. De vrije lans gaat terug naar de tijd van Sir Walter Scott’s Ivanhoe (“I offered Richard the service of my Free Lances, and he refused them”) en zelfs daarvoor. De lans stond pars pro toto voor de huurling, zoals dat nu de laptop doet. Vrije lansen werken voor de veldslag, niet voor het vaderland. Vrije laptops werken to get the job done, niet voor een vader- of moederbedrijf. We steken de draak met de werkfetisj, omdat we niet verlegen zitten om een plek waar we tussen negen en vijf te horen krijgen wat we moeten doen.

Na de borrel spoel ik de flessen uit en ga ik aan het werk.

Iedere verdomde dag bepalen we dat zelf. Om zes uur opstaan en een script voor de manipulatie van big data programmeren, met een dozijn nieuwe klanten bellen, uitslapen tot een uur of elf of met onszelf een mamobo organiseren. Maandagmorgen een piña colada of een tequila sunrise, met een schijfje citroen en een scheut leedvermaak. Heer en meester zijn over je eigen tijd. Heer en meester zijn over je eigen vrijheid. Wat deert het ons, dat de vaandeldragers van de postmoderne denktanks vrijheid voorstellen als geven en krijgen, als jezelf inzepen met alles wat ‘men’ van je verwacht?

Trap er niet in.

Na de borrel spoel ik de flessen uit en ga ik aan het werk. De vraag “wat kan ik bijdragen aan de samenleving” wordt, als gevolg van de oprukkende robotisering, steeds urgenter. Vrije jongens, die niet zijn opgesloten in de kokon van een kantoor, waar ze geacht worden pas uit te komen bij hun pensioen op 75-jarige leeftijd, hebben eerder de neiging zich met zulke vraagstukken, die een paar decennia geleden als absurd zouden zijn afgedaan, bezig te houden. Uiteraard is dit hen ingefluisterd door eigenbelang, want ze ontberen meestal een arbeidsklok om de tijd de turven die ze nog ’te gaan’ hebben tot hun pensioen, om maar te zwijgen van dat pensioen zelf. Ze kunnen op het werk niet dagdromen over het moment dat ze uit hun kokon tevoorschijn zullen komen als een gouden vlinder.

Wanneer robots de betere chauffeurs, bouwvakkers, vertalers, röntgenologen, kassières en romanschrijvers zijn, zal ons moralistische kompas op tilt slaan. Er zal een spook rondwaren dat uit is op bezinning. Waar is het ons collectief nu eigenlijk om te doen? Die vraag zal branden op de werkloze lippen. Het grootste geluk voor het grootste aantal, daar zal men het in de meeste stroeve democratieën wel over eens zijn. En in een wereld waar bullshit jobs prolifereren, is de beste mogelijkheid om bij te dragen aan de geluksindex van jouw land (want aan een nationalistisch sausje ontkomen we voorlopig niet) het aanzwengelen van je eigen geluk. En wanneer je daartoe de moed ontbreekt heb je een negatieve invloed op voornoemde Index (want aan een fundamentalistisch sausje ontkomen we voorlopig ook niet) en ben je moreel gezien niet helemaal proper. De brave kantoorlul die doet wat hem wordt opgedragen en op vrijdagmiddag zijn ongeluk met witbier wegspoelt, voordat hij thuis komt bij een chagrijnige eega die hem structureel de zweep weigert, is niet langer ethisch verantwoord.

Jeder ist seines Glückes Schmied, zegt de Duitser. Een mamobo maakt dus niet alleen gelukkig, maar zal ooit ons elfde gebod zijn.

Geef een reactie