Mediavaardigheid

Kinderen kunnen volgens veel moderne opvoeders niet vroeg genoeg leren omgaan met digitale media. Ouders worden bang gemaakt met het schrikbeeld dat hun kind straks achterblijft. Groepsdruk (peer pressure) wint het natuurlijk altijd van kritische overwegingen over iets dat nog nooit is onderzocht – dat nog niet kon worden onderzocht. Druk je peuter nu een iPad in zijn handjes en morgen zien we wel verder. En als het fout gaat zijn we tenminste niet de enige.

De discussie spitst zich toe op de hoeveelheid mediagebruik, de screen time. Toen ik mijn eerste laptop kreeg, als student aan de Technische Universiteit Eindhoven welteverstaan, adviseerde de faculteit deze niet langer dan twee uur per dag te gebruiken. Puistige studenten zaten uiteraard de hele dag in de aula te gamen en hadden lak aan ergonomie, regels, hun studie en het Y2K-probleem. Het jaar was 1998.

Het antwoord is: duh. Dat leren ze sneller dan hun leraar ssd kan zeggen.

In 2016 beschikken kinderen van tien over een laptop waarop ze lelijke fantasiewerelden bouwen en gewelddadige games spelen. Op hetzelfde apparaat worden ze geacht hun huiswerk te maken. De technische vaardigheden zijn natuurlijk geen enkel probleem. In de jaren tachtig konden kinderen de videorecorder altijd beter programmeren dan hun ouders. Vandaag de dag is dat niet anders wanneer het om het programmeren van de computer gaat. Toch denkt men bij ‘mediavaardigheid’ steevast aan technische vaardigheden in de oorspronkelijke Aristotelische betekenis van technè. Kan een kind van vijf de muis bedienen? Kan een zevenjarige iets op Google vinden? Kan een tienjarige ‘programmeren’? (het gaat daarbij ellendig genoeg altijd om spelletjes programmeren) Kan een twaalfjarige omgaan met een office-programma? Het antwoord is: duh. Dat leren ze sneller dan hun leraar ssd kan zeggen.

Mediavaardigheid is iets anders. Kinderen moeten leren om te gaan met het feit dat ze toegang hebben tot alle informatie. Voor volwassenen is het overweldigend, maar kinderen zijn de bedwelming met informatie gewend. Ze hebben volgens onderzoek steeds meer te maken met concentratieproblemen. Het vak ‘mediavaardigheid’ moet geen gezellig uurtje zijn waar pubers op een laptop naar slimme virtuele assistenten staren. Laat die computers achterwege! Geef ze opdrachten begrijpend lezen die ze moeten oplossen met archaïsche hulpmiddelen zoals kranten en een heuse bibliotheek. Laat ze hun aanpak met elkaar bespreken. Laat ze elkaar vertellen hoe ze dat precies met een computer zouden uitvoeren, maar houd het bij droogzwemmen. De schermen zullen zich snel genoeg aan hen opdringen.

Geef een reactie