Mijn dochter genoot afgelopen zomer van het Nijntje-museum in Utrecht. We logeerden er bij mijn broer en ik had net ontdekt dat Dick Bruna ereburger van die stad was. Ik leerde in het museum over zijn artistieke verwantschap met Mondriaan en Theo van Doesburg terwijl Miru zich verkleedde met Nijntje-kostuums, poppenkast speelde, in een speelgoedauto voor een stoplicht wachtte, door een dierentuin kroop, in een treintje reed en eventjes doktertje was. Dick Bruna’s eenvoud is net zo meesterlijk en tijdloos als Brunelleschi’s adembenemende koepels in Florence.
De bekendste jeugdillustrator van Nederland heeft, op respectabele leeftijd van 89 jaar, het tijdelijke een paar dagen geleden gezegend, dus voel ik me verplicht om van mijn maandagcolumn een bescheiden eerbetoon aan de vriendelijkste snor van de domstad te maken.
Ik vertelde het treurige nieuws aan mijn dochter van vier. “De meneer die Nijntje het lieve kleine konijntje heeft getekend is een beetje dood.”
Met dat “een beetje” is ze zelf begonnen toen we een keer een dood vogeltje hebben begraven langs een bospad. Het geeft haar enig besef van de kringloop waaraan organische wezens onderhevig zijn. Maar het vermijdt door het vriendelijke “een beetje” dat ze existentieel gaat griezelen over rotting en verval terwijl ze haar melktanden nog heeft.
“Oh-oh, Miñu verdwlietig.” De r kan ze nog niet goed uitspreken.
-“Wil je een tekening maken voor die meneer?”
Daar zag de het nut niet van in en gelijk heeft ze. Bruna heeft een schatkamer aan tekeningen nagelaten voor de toekomst. Zou zijn iconografische konijn, dat wereldwijd tachtig miljoen boekjes heeft verkocht, ook over vijfhonderd jaar kinderharten sneller doen slaan en vooral tot de verbeelding blijven spreken, waar het allemaal om te doen was?
Bruna’s stijl is zo (wellicht bedrieglijk?) eenvoudig dat een pientere programmeur in een weekend een appje kan maken die Brunaeske dieren tekent of foto’s Brunaiseert – om zoveel mogelijk aan de kinderfantasie over te laten. Je neemt een foto van (of eigenlijk: kijkt via je smartphonescherm naar) een paard in de wei, klikt op het appje en voilà, er verschijnt een Bruna-paard op het scherm. We hoeven zelf geen moeite meer te doen om de emoties in de grote bruine ogen en de paardenbek te herkennen, dat doet de app voor ons, en beter dan een mens het ooit zou kunnen.
Je bent modern of je bent het niet. Er bestaan honderden van dat soort apps, maar die genereren allemaal van die vreselijke cartoons. En de wereld zogezegd ‘vernijnen’, wat is daarop tegen? Ik zou de overledene graag vragen of hij dat wel ziet zitten. Mijn vermoeden is dat hij toch een stuk genuanceerder over kinderfantasie dacht.
Dick Bruna was een internationaal fenomeen. Hier in Korea moet je uitleggen dat “mifi” door een Nederlander is gecreëerd, maar iedereen kent het konijntje. Een Koreaanse vertaling heb ik nog niet kunnen vinden, dus daar kan ik me samen met mijn vrouw eens aan wagen.