Het is een gratuite observatie: iedereen met een mening over Syrië, gifgas, Putin en Trump weet het beter dan alle anderen. Bij gebrek aan betrouwbaar bronnenmateriaal waar iedereen het gewoon over eens is (aan de millennials: dat heeft écht bestaan), verwijlt de discussie slechts enkele minuten bij hetgeen als feiten wordt gepresenteerd. Onmiddellijk daarna wordt ze door de ideologische stellingenoorlog geïncorporeerd, die op de oppermachtige sociale media wordt gevoerd.
Geen mening hebben, of je mening opschorten omdat je gewoon te weinig afweet van de exacte geopolitieke machtsverhoudingen in het Midden-Oosten, de chemische eigenschappen van saringas, of de complexe motivatie van de vele rebellengroepen, is direct verdacht. Je heult dan per definitie met de verkeerde kant.
En toch is dat mijn positie. Ik weet het echt niet. Het is dus beter wanneer ik erover zwijg.
* * *
Om het aanhoudende gezeur in mijn mond tegen te gaan, slik ik vanaf eergisteren hoge doses vitamine c, uit een officiële doos die een vriendelijke apotheker me heeft verkocht. Ik hoop dat het enig resultaat gaat opleveren, want ik wil zo graag weer de oude zijn. De concentratie kunnen opbrengen voor mijn pretensieloze maar zo aangename geschrijf, actief worden, geëngageerd. Ik woon hier in een donkere kamer op de onderste verdieping, in een gezellig straatje in Seoul, niet ver van het voetbalstadion dat werd gebouwd voor de World Cup in 2002 en in tegenstelling tot zijn Braziliaanse pendant, nog steeds in gebruik is. Ik heb er vorige week met mijn vrouw en dochter de commerciële remake van Beauty and the Beast gezien. Er gaat niets boven een vierjarig dochtertje dat tegen je aan duikt omdat er levensgrote wolven en stoute meneren over het scherm razen.
Het idee, ergens te wonen en daar, op die plek, iets op te bouwen, is compleet nieuw voor me en erg spannend. Ik klink waarschijnlijk als een tamgetrouwde kleinburger die zijn ambitie heeft opgegeven voor de heilige mantel van de plicht, zo iemand die voor al zijn vrienden proclameert dat er eigenlijk niks mis is met een rijtjeshuis en dat er best af en toe een flesje bier in de koelkast mag.
Ik voelde me vandaag beroerd, vreesde dat ook het meeste van 2017 weer verloren gaat aan jengelende bek en concentratiegebrek. Maar ik bevond me ook even in een park, tijdens een i.v.m. de fijnstof hier niet onverantwoorde wandeling. Ik weet nu wanneer de bloesems gaan bloeien en ik welke kleur. In mei belooft het park een spectaculair kleurenspektakel te worden. Ik ben dankbaar dat ik daar op een bankje mag zitten en op mijn Kindle in de wereldliteratuur mag lezen, die ik op dat apparaat heb getoverd. Ik wuif, als ik dan toch bezig ben, met mijn Calvinistische digitus. We zijn met z’n allen niet dankbaar genoeg.
De toestand van Europa is als de toestand van mijn mond.
En zo lukt me dan een even elegant als onnozel columnistensprongetje terug naar de verschrikkingen in Syrië. Zullen die mensen nog ooit in hun leven een park kunnen ervaren? Zonder luchtalarm en oorlogsleed? Zonder religieus fanatisme? Ik weet het niet. Ik lees over een lastbil in Stockholm en vier doden. De toestand van Europa is als de toestand van mijn mond. De tandarts kan niet echt iets vinden, maar ik wéét dat er iets aan de hand is. Ik blijf experimenteren met pillen en pulken, ben bereid naar de meest grandioze alternatieve geneeswijzen op zoek te gaan, want ik voel hoe mijn persoonlijke zielerust exclusief afhangt van mijn orale leed.
Toch moeten de burgers van Europa eens beseffen dat ze in 2017 nog steeds veilig naar het park kunnen (statistisch gezien keert 99,9999% van de Europeanen ongeschonden terug van een wandeling in het park) – met of zonder kiespijn.