Met dichtende woorden kon ik ooit mezelf verleiden
op hun klanken danste ik mijn zelfvertrouwen voor
“alles wat zoet en zacht is”, “mooi gelijk smaragd is”
geloof me, de woorden hebben geleefd, ze hebben het zweet
in mijn klieren doen opwellen. Ik wilde er een meisje mee
veroveren, mijn regels zouden haar geest naar me openen,
en wie weet haar benen. Het waren codewoorden, toverwoorden
en nooit meer dan dat. Nu vele jaren later heeft de onttovering
al behoorlijk huisgehouden. Iedereen kent dat: je hebt alles
al een keer gezien, je hoeft niemand meer te versieren, je
schreden worden trager en het pissen gaat iets minder lekker
Maar laat ik de moed niet opgeven. Ik zet het gepsychologiseer
en gemetafysiseer bij het oud vuil en zaai de zaden in
van ongefutselde paraboolbloemen, die zilte dauw huisvesten
in hun magenta concaven, waar blote nimfen laveloos hun lust
weerkaatsen en jullie namen betoveren met hun gezang