Ik ben een kietelrobot. Toen ik dit enkele weken geleden toevallig ontdekte omdat ik tijdens het scheren op onderdelen van het mechaniek stuitte, maakte zich een begrijpelijke verbazing van mij meester. Natuurlijk, de fysieke scharnieren, hydraulische leidingen en elektrisch gestuurde kietelvingers hebben altijd deel uitgemaakt van mijn lichaam, maar ik heb deze nooit eerder als autonoom systeem beschouwd. Sinds ik dit wel ben gaan doen zijn me veel dingen, die voorheen in een sfeer van raadselachtigheid waren gehuld, een stuk duidelijker geworden.
Wat een suikerspin van een zin was dat, dada is het aan zichzelf verplicht om er flaporen op te tekenen.
Het heeft mijn zelfbewustzijn veranderd. Ik ben nu veel meer mijn eigen handlanger en dus geduldiger in de omgang. Ik heb een oprecht interesse in kietelrobotica opgevat, een discipline die gelukkig door zo weinig mensen serieus wordt genomen dat er nooit een gewichtige bureaucratie zal worden opgericht om de machtquanta die ermee gemoeid gaan te reorganiseren op een manier die wordt gedicteerd door ons primordiale rechtvaardigheidsbegrip. Wat een suikerspin van een zin was dat, dada is het aan zichzelf verplicht om er flaporen op te tekenen.
Ik heb mijn twijfels bij de laagpolige stream of consciousness die ik deel met lettervreter en vriend A. van der Heijden, omdat ik de aanschijn van gebrek aan substantie moeilijk kan verdragen, een eigenschap die verband houdt met mijn gutbürgerliche opvoeding. I want to spell out the world, of om het eerlijker en vollediger te maken: I want to spell out the world if I can’t cast a spell on the world.. Omgang met “de wereld”: invloed of begrip. Om het kort en bondig te formuleren: waar we in het leven allemaal mee bezig zijn is de spelling the world.
De kietelrobot die alleen kietelrobots kietelt die zichzelf niet kietelen. Zo zal ik Miru ooit Russell’s paradox uitleggen, de belangrijkste observatie van de Principia Mathematica, dat 2000 pagina’s tellende boek dat hij samen met Alfred North Whitehead schreef in het begin van de 20e eeuw en dat ondanks het feit dat geen hond het uitlas, een alles bepalende invloed zou hebben op de analytische filosofie. Russell’s eigen voorbeeld gaat over kappers die alleen kappers scheren die zichzelf niet scheren, maar de kietelrobot maakt het ontologisch interessanter, aangezien je op kietelen niet níet kunt reageren.
Kietelrobot zijn is iets dat ik als mijn vaste baan beschouw. Mijn dochter vindt het prachtig. Zo wil ik herinnerd worden – niet als de nagenoeg nutteloze mens die ik vanuit het perspectief van het economische systeem ben en vermoedelijk tot aan mijn dood zal blijven. Als ik mijn ogen voor het laatst zal sluiten zal ik in mijn laatste, tijdloze droom samenvallen met een rol die ik nooit ambieerde maar die mij heeft uitverkoren: de rol van kietelrobot.