Het is mij de afgelopen donkere periode bewust geworden dat ik teveel herinneringen heb. Nu geloof ik niet dat ons geheugen een spoelbak met een vlotter is, die niet boven de maximummarkering kan worden gevuld zonder dat er lekkages optreden. In theorie, zo spreken hersenwetenschappers plechtig, kunnen we oneindig veel herinneringen ‘opslaan’ in onze grijze cellen. Waar komt het gevoel dan vandaan dat het er teveel zijn, en dat nog wel voordat de eerste helft statistisch gezien goed en wel voorbij is?
Zich herinneren is een activiteit die energie vereist. Het zou dus bevorderlijk moeten zijn voor mijn overlevingskansen, anders was het in de evolutionaire aanloop naar mijn bescheiden bestaan wel uitgesorteerd. Ik pieker dus, naast het dagelijkse terugdenken aan reizen, jeugdscènes, erotisch en culinair genot, ook nog over nut en nadeel van herinneren. Get me out of here!
Daniel Kahneman, nobelprijswinnaar en bedenker van behavioral economics, onderscheidt het ervarende zelf en het herinnerende zelf. Hij verzint gedachte-experimenten zoals dit, waarbij je op vakantie gaat en naderhand wordt je geheugen samen met al je vakantiefoto’s gewist. De vraag is of je nog steeds voor dezelfde bestemming kiest. Zo niet, dan is er een conflict tussen je ervarende en herinnerende zelf. Ik ken het gevoel, quasi bewust aan een herinnering te werken, vooral wanneer ik iets met mijn dochter onderneem. Ik ben er namelijk van doordrongen dat ze niet eeuwig een draagbare kleuter zal zijn. Er zijn herinneringen die ik zo bewust heb gecreëerd en de tijd dat ik aan het terugdenken besteed is veel groter dan de gebeurtenis zelf (het gaat om een boottochtje van een kwartier of een lunch op een bergtop). Kahneman zelf geeft in deze TED-talk voorbeelden van de tegengestelde situatie, waarbij we in verhouding veel minder tijd besteden aan het terugroepen van de herinnering (een vakantie van twee weken, slechts een paar uur foto’s kijken).
Mijn excuses voor het gebrek aan structuur van deze tekst. Dat verkoop ik hier dan maar als moedig je zwakke punt tonen, niet proberen te verhullen dat ik weinig te zeggen heb. Heerlijk dat dat op een eigen blog allemaal kan, zo bevrijdend. Met die herinneringen ging het me trouwens om die momenten dat je achter je laptop zit, of op de badkamer, of waar dan ook, en er blijven zich fragmenten aan je opdringen van autoritten, oude vrienden, films, feestjes, wandelingen, steden, restaurants, ruzies, tentamens. Om die vermoeiende stroom te stoppen ben ik met meditatie begonnen. Lopen of stilzitten, diep ademen en de geest steeds terugroepen naar de ademervaring. Hoewel het uiteindelijk zal falen, lijkt het te werken, ik heb enigszins controle over de herinneringen.
Het is fijn om het antwoord niet te hoeven geven, dat je geen idee mag hebben of te vermoeid mag zijn om de literatuur door te nemen. Dat we de prestatiedwang mogen negeren en heerlijk halfzacht mogen zijn. Dat we mogen falen.