Als je denkt dat Greta Thunberg irritant is, heb je Miru Choi nog niet gezien

Volkomen voorspelbaar probeerden internetters die net iets te dom zijn voor hun eigen cynisme op de kroning van Greta d’Arc tot Person of the Year door Time Magazine elkaar te overtreffen met smakeloze grappen en verbale blubber. Ik scrolde hoofdschuddend, met lichte doch toenemende treurnis langs deze bijdragen aan het publieke discours. Greta zou geen kennis van zaken hebben, ze zou op school moeten zitten, geïndoctrineerd zijn, een toverheks, een gehandicapte of “gewoon braaksel” en weet je wie er in 1938 persoon van het jaar was? Het gaat allang niet meer om het argument, schreef men erbij. De mensheid is toch reddeloos verloren, misschien kunnen we het nog een tijdje uitzingen als de Chinezen minder kezen of men eindelijk eens genocide door nalatigheid als oplossing serieus neemt. Een constructief argument tégen datgene waar Greta ons toe maant heb ik niet gezien. Dat kan ook niet, want ze maant ons niet tot iets concreets. Ze richt zich tegen regeringen, beleidsmakers, CEO’s, tegen een hele generatie – niet tegen individuele consumenten. Ze dreigt veelvliegers niet met hel en verdoemenis, maar spreekt zich toch uit tegen veelvliegen.

Dat is mogelijk omdat we definitief niet meer in het religieuze tijdperk leven. De idee van een persoonlijke god is in de twintigste eeuw talloze doden gestorven, sommige mild en palliatief, andere radicaal en pijnlijk. Moraal, voor zover zij er nog toe doet, is niet langer een spelletje met een denkbeeldige weegschaal. Wat we nodig hebben is kille, onverschrokken pragmatiek waarbij niemand punten krijgt. Wat we nodig hebben is de jeugdige overmoed om jenseits von gut und böse te handelen. The Force of youth drukte Time Magazine af onder haar beeltenis. Dat hebben we nodig: de kracht van jonge mensen die, en dit bedoel ik niet cynisch, niet gehinderd worden door de zogenaamde “kennis” van de economische realiteit en de Sachzwang die ons in de spreekwoordelijke afgrond voert.

Die stand van zaken is voor overjarige mannetjes (m/v) die de fysieke aftakeling niet langer uit gebit en lid kunnen bannen en hun privileges niet langer onbesproken zien, al erg genoeg. Greta is een luis in de pels van deze heren, jeuk op een plek waar ze niet meer kunnen krabben. Dat we dat verdomme nog moeten meemaken, dat we fout zaten, dat zal toch zeker niet! Over mijn lijk! zeggen ze alvorens zich te buiten te gaan aan mallotige kroegpraat waarbij sterilisatie- of castratiefantasieën, nihilisme van de koude grond, wetenschappelijk onbenul en galgenhumor elkaar afwisselen.

Maar deze heren kennen mijn dochter Miru nog niet, geboren op 3 1/2 januari 2013, exact 10 jaar na Greta, en nu al keiveel geëndocrineerd om straks vuur te spugen en waandenkbeelden te spuien aangaande de met rasse schreden naderende wereldondergang. Waar Greta enkel voorbereidend werk deed, zal zij definitief de eschatologische streep zetten onder het mislukte experiment dat mensheid heette.

Wat mij tot die conclusie heeft geleid? Vandaag speelde ze hier in Cebu op de Filippijnen in de zee (ja we zijn hierheen gevlogen, nostrae maxima culpa, wij zijn slechte mensen en onze hypocrisie ontkracht iedere inhoud dus stopt u maar met lezen) en zei: éven de wereld redden, terwijl ze een stuk zwart plastic afval aan land sleepte.

Éven de wereld redden. Het was zo puur dat zelfs mijn cynische hartje er niet tegen bestand was. Nu ga ik me ervoor inzetten dat ze even de wereld redden kan, zonder dat haar tere gestel de onbetamelijkheden te verduren krijgt die Greta door de zogeheten Leader of the free world, en de duizenden mentaal uitgedaagden in zijn brede kielzog, naar haar hoofd geslingerd krijgt.

Om toch nog even op het u bekende protoreligieuze moralistische niveau te blijven (Kohlberg Stufe 5) haast ik mij te zeggen dat we wel ‘moesten’ vliegen omdat we enkele jaren geleden naar mijn dementerende schoonpapa in Zuid-Korea moesten en een reis over land door ethisch inferieure naties als Rusland en China niet van ons kan worden verlangd, en we ook… en we ook… wat gaat dat de openbaarheid aan? Fuck dat moraalridderdom! Hou op met die provinciale kruideniersmentaliteit, denken jullie soms dat de moralistische knikkers ook maar iets waard zijn in het geval van een existentiële crisis?

Wacht. Was dat een poging om eender welk gedrag goed te praten? Ik kan die poging trouwens nog larderen (een fraaie porciene metafoor, mijn excuses lieve moslimbroeders) met de PhD over ethiek en meer precies de imperatief dat er een mensheid moet zijn, die ik jaren geleden tegen heug en meug schreef, maar in een democratie heeft mijn mening niet meer waarde dan die van een ongeletterde.

Nee, het was niet zo’n poging. Er kan niks goed of slecht worden gepraat. Onze globale cultuur bevindt zich in een pijnlijk langzaam proces van transformatie. De foetus mensheid komt er langzaam achter dat zij er beter aan doer niet langer in het vruchtwater te schijten alsof de excrementen worden “afgevoerd”. We moeten allemaal het is gewoon cool om dat proces te doorzien en er samen voor te zorgen dat het leed in 2100 zich beperkt tot enkele onaangepaste sukkelaars.

Hoe? Door op de groenst mogelijke partij te stemmen als je in een democratie woont – als je in IJsland woont dus. Door 0,78 graden Celsius kouder te douchen. Door niet meer naar Coldplay te luisteren. Door bomen en boomgaarden te planten. Door met je kleinkinderen, reëel of denkbeeldig, te praten. Door soms de absurditeit te begaan om genoegen te nemen met minder. Door nu te leven, te dansen en te zingen in de wetenschap dat het volgens de wetenschap een generatie na ons niet zonder meer (niet zonder: minder) is vergund. Door nu te leven alsof we de laatsten zijn en een boom op te zetten over hoe we willen dat we ons inbeelden dat het koude universum ons zal herinneren. Door even de wereld te redden.

Geef een reactie