De Duitse verkiezingsavond verliep min of meer zoals verwacht. De CDU/CSU hebben een historische nederlaag geleden: zonder Angela Merkel heeft de partij weinig te bieden. Armin Laschet uit Noordrijn-Westfalen maakt een onbenullige indruk. Hij verloor 6% ten opzichte van de vorige verkiezingen, net als zijn Beierse collega Markus Söder.
Ondanks het electorale dieptepunt wil de CDU/CSU verder regeren. De GroKo (grote coalitie met CDU/CSU en SPD, red.) lijkt uitgesloten. De relaties tussen de beide grote volkspartijen die nu samen regeren lijkt behoorlijk bekoeld: tijdens de talkshow van Anne Will was de sfeer bij vlagen ijzingwekkend. De enige manier waarop ‘zwart’ (de kleur van de CSU/CSU) aan de macht kan blijven lijkt de z.g. Jamaica-coalitie: een regering samen met de gele, liberale FDP van Linder en de Grünen van Annalena Baerbock.
Groen en liberaal: de twee partijen zijn mijlenver van elkaar verwijderd. Toch zijn ze onder jongeren de grote winnaars van de verkiezingen en beschikken beide partijen, met jongere lijsttrekkers, over de pragmatische wil om mee te regeren. Het lijkt erop dat ze het samen met de SPD, de nominale winnaar van de verkiezingen een Ampel-coalitie (rood-groen-geel) gaan vormen, met Olaf Scholz als Bundeskanzler.
Maar liefst 48% van de SPD-stemmers koos voor de SPD vanwege Olaf Scholz, die een degelijke, zij het saaie reputatie heeft. De FDP zal in een regering met de SPD en de Grünen veel water bij de wijn moeten doen, en genoegen moeten nemen met enkele stokpaardjes (bijvoorbeeld een vermindering van de solidariteitstoeslag die de partij zonder blikken of blozen ongrondwettelijk noemt).
In 1998 trad de regering van Gerhardt Schröder en Joschka Fischer aan. Er heerste toen Aufbruchstimmung in het land: het was een tijd van modernisering: de NAVO vertrok uit Kosovo, de EU werd uitgebreid, duurzame energie, Agenda 2010. De rood-groene regering van toen had een duidelijk verhaal en dat lijkt nu te ontbreken, zo bleek tijdens de traditionele nabespreking.
Duitsland gaat “sondieren”, so heet de kabinetsformatie. Of er voor de kerst een nieuwe regering is, of dat Merkel nog lang blijft uitdrijven, weet niemand.
De Grünen zijn terug, niet zo sterk als ze hadden gehoopt (doordat ze het moeten hebben van de jonge kiezers en Duitsland behoorlijk is vergrijsd) maar met 14,8% van de stemmen zijn ze, meer nog dan in Nederland, een fractie waar geen regering aan voorbij kan. Annalena Baerbock was als teenager trampolinespringer en dat vind ik leuk, al heeft Merkel het glazen plafond reeds grondig aan diggelen geslagen, zodat dames geen trampoline nodig hebben om tot het hoogste echelon van de macht toe te treden.
Een kwalijke bruine smet van deze Duitse verkiezingen vormt de overwinning van de extreem-rechtse Alternative für Deutschland in de deelstaten Saksen en Thüringen (voor het eerst). De nationalistische partij behaalde in beide deelstaten rond 24% van de stemmen. Gelukkig heeft de partij op nationaal niveau verloren en is deelname aan de Bundesregierung (meer nog dan het Nederlandse cordon sanitair om Wilders en Baudet) absoluut uit te sluiten.
Duitsland staat niet echt aan een tweesprong. Een volledig linkse regering (Grünen + SPD + Linke) is rekenkundig niet mogelijk. Bovendien heeft de Linkspartei (de Duitse SP) sterk verloren en redt ze het niet eens in de Bundestag (Duitsland kent een kiesdrempel van 5% en de Linke kreeg 4,9% van de stemmen). De “Grote Coalitie” heeft uitgediend en er zal een pragmatische coalitie met de jonge partijen Die Grünen en FDP voor in de plaats komen. De Grünen is met 14,8% van de stemmen de sterkste en zal waarschijnlijk liever (uit ideologie en nostalgie) regeren met de SPD. Voormalig partijvoorzitter van de Grünen Cem Özdemir zag het al helemaal zitten. De FDP zal heel veel moeten verkroppen in de nieuwe Ampel-regering, en tevreden moeten zijn met enkele liberale accenten.
Er is een gevoel van urgentie, al is de “volonté générale” niet zo duidelijk als in 1998. De onderwerpen klimaat en vrijheid (die elkaar in het heersende narratief bijten) hebben de electorale verschuiving veroorzaakt. Het volk vindt dat er “iets” moet gebeuren en begrijpt dat wanneer er geld naar het bestrijden van de coronacrisis kan, er ook middelen beschikbaar kunnen worden gemaakt voor het bestrijden van de klimaatcrisis. Dit argument zullen we nog veel vaker horen tijdens de coalitiegesprekken.
Duitslands Energiewende is, gezien vanuit Amerikaanse ogen, zeer succesvol. Progressieve Amerikanen likken hun vingers af bij de Duitse daken vol zonnepanelen. Een goed voorbeeld: de Grünen willen zonnepanelen verplicht stellen op nieuwe huizen, de FDP wil het aan de markt overlaten en zorgen voor de juiste prikkels. Wanneer daarbij “am Ende das Gleiche rauskommt” kunnen de twee partijen die de Bondsrepubliek moeten gaan vernieuwen wellicht samen door een deur.
Het neoliberale verhaal dat de belastingen voor bedrijven moeten worden verlaagd zodat ze vrijwillig groene investeringen gaan doen lijkt ondanks de toenemende vermogensongelijkheid onverminderd populair. De liberalen zullen de komende jaren steeds weer het schrikbeeld van de “Klimadiktatur” schetsen om de ambities van de Grünen te temperen. Dat is democratisch prachtig, maar niet genoeg voor onze planeet als je het zou vragen aan de jeugd van Fridays for Future. Die jeugd heeft de toekomst, maar zal iedere vier jaar moeten vechten voor meer groene politiek.