Gehoord in de rechtszaal tijdens een proces tegen een volksopruier:
RECHTER
“We zijn tot een vonnis gekomen. U bent veroordeeld voor de grap”.
VOLKSOPRUIER
“Voor de grap?”
RECHTER
“Dat zeg ik toch.”
VOLKSOPRUIER
“Ik kan er niet op lachen.”
RECHTER
“Ik daarentegen wel.”