In Coimbra slurpen ze voldaan hun bakkie troost
Dan doen ze een rondje Porto – met al dat Delfts blauw
In Faro of Katçãnt bakken ze bruin met hun kroost
Ja, Hollanders blijven overal hun reislust trouw
Wie slim is kijkt voor ze uit in Lissabon
Voor het getik van hun klompen op de keien
Ik zou omrijden als ik hun peeëprak ruiken kon
Voor ze een fado inzetten, met de handen op de dijen
Wees niet alleen beducht op de steden en de stranden
want het de legioen Oranje is als water op aan ’t rukken
in rap tempo verovert het ook de binnenlanden
de pleintjes, de fonteintjes, en zelfs de barkrukken
De echte Nederlander kent geen heimwee
Geen saudade voor de glorie van zijn land
Hij neemt gewoon zijn eigen landje mee
En ziet alles wel op tv, vanaf de overkant