ik wacht op hem in het woonvertrek
zware klokslagen geselen de lucht
zij ligt in de andere kamer
ze ligt daar met dat bord eten
er staat een rolstoel naast het bed
het eten dat ze niet kan kauwen
omdat haar kaak verlamd is
net als haar benen
of ze nog meer limonade mag
ze zal nooit meer kunnen lopen
en rijstpudding, met rode saus
haar handen bewegingloos
haar ogen versteend
en hij voert haar beeld
met eindeloos geduld