Afkraken

onager

Mijn carrière als Nederlandse scribent is al afgelopen nog voordat hij goed en wel is begonnen. Met de grootst mogelijke zorgvuldigheid hebben ze hem in de kiem gesmoord, en dat is maar goed ook. Mij blijft een entree in “het wereldje” bespaard. Ik zal gespeend blijven van lange gesprekken met ellendige redacteurtjes over de “opbouw” van mijn fantastische vertellingen. Men zal mij niet lastig vallen met blauwe brieven die een gedeelte van mijn zuurverdiende schrijverscentjes opeisen om meer straaljagers en cultuurafbouw te kunnen financieren. Voor mij geen nachtmerrie dat ik dun wordt gedrukt bij van Oorschot of kom te liggen bij de Slegte. Daar zal ik allemaal geen last van hebben. Maar dit bij elkaar geschreven gebrek aan status heeft ook een keerzijde. Ik zal vanwege mijn gebrek aan status niemand echt af kunnen kraken.

Mijn gifpijlen zullen niet ver genoeg reiken. Ze zullen hooguit een bescheiden parabool volgen en met een zachte plof landen in het kreupelhout, zonder dat het doelwit er iets van merkt. Ik heb een Romeinse onager nodig, om de reikwijdte van mijn geliefde projectielen te vergroten. Status is bepaalt de kracht van onze belegeringswapens. Ach, misschien moet ik daarom wel bij Nijgh, van Gennep of de Bij.

Ik werk aan een verhaal waarin iedereen zijn eigen meldpunt heeft. Polen-, Marokkanen-, Limburgers-, en te luide sex-meldpunten zijn achterhaald. Iedereen met een beetje zelfrespect richt zijn eigen meldpunt in. En natuurlijk worden die razend populair. Het is de beste manier om je even te ontworstelen aan de wurggreep van de saaiheid. Iemand met zijn eigen meldpunt dwingt respect af vanwege zijn lef. Hoe meer meldingen er op zijn site verschijnen, hoe beter. De maatschappij raakt dientengevolge uiteraard totaal ontwricht. Mensen lopen de hele dag tegen elkaar te kankeren en steken elkaar vervolgens een vals hart onder de riem door erbij te vertellen dat ze toch een eigen meldpunt hebben. Nou dan. Wat loop je dan tegen mij te zaniken? Ga me even lekker melden, kolerelijer.

Kan dat bij de Arbeiderspers of Meulenhoff? Die hebben toch ook Saramago’s “De stad der blinden” uitgebracht?

Het betreft hier een huiveringwekkend persiflage van onze tijdgeest. De toekomst van het recente verleden is zo onzeker dat we de totale verstilling daaromtrent overschreeuwen door marginale polemiekjes te voeren, door ons op te winden over andermans triviale pamfletten, door zelfs de meest armetierige geesten, die zulks niet verdiend hebben, af te kraken.

Geef een reactie