Naar aanleiding van een mij opgelegde boete voor het lopen langs de rijksweg bij Delfzijl, telefoneerde ik met het Centraal Justitieel Incassobureau. Dit is een door mijzelf aangepaste weergave van dat gesprek.
“Goedemiddag, u spreekt met Kamiel Verwer.”
– “Waarmee kan ik u van dienst zijn, meneer Verwer?”
“Ik wil graag informeren naar een openstaande boete. De boete is in de patrouillewagen uitgeschreven door agenten van de politie te Delfzijl, omdat ik daar langs de Rijksweg heb gelopen.”
– “Heeft u het CJIB-nummer?”
“Ze hebben me helaas geen nummer gegeven. Ik heb alleen mijn naam.”
– “Uw naam?”
“Ja. Die heb ik ook aan de agenten opgegeven. Kamiel V-e-r-w-e-r. Zo staat het op mijn paspoort.”
– “Ik zal kijken wat ik voor u kan dan. Blijft u even aan de lijn.”
“Dank u wel. Het is erg prettig door een menselijke assistent te worden geholpen. Ik stel het zeer op prijs dat…”
– “…all my troubles seemed so far away…”
“Dat is zoveel fijner dan een antwoordautomaat met een keuzemenu, waar je cijfers in moet toetsen.”
– “Now it looks as though they’re here to stay”
“Waar je het gevoel hebt dat je een nummertje bent.”
– “oh, I believe in yesterday”
“Mooi. Heeft u iets kunnen vinden?”
– “Nee meneer, ik heb helaas geen openstaande bekeuringen voor u kunnen vinden.”
“Maar dat is toch vreemd. Het is al drie maanden geleden.”
– “Het kan soms wel langer duren.”
“Ik bel omdat ik misschien in de niet al te verre toekomst ga emigreren naar een land buiten Europa. Het adres dat ik aan de agenten heb opgegeven is dan niet meer geldig. Wat gebeurt er wanneer de brief de afzender niet kan bereiken?”
– “Dat hangt ervan af.”
“Stel: ik kom over twintig jaar terug naar Nederland om afscheid te nemen van een doodziek familielid. Wat gebeurt er wanneer die boete nog open staat?”
– “Dat zou ik u niet kunnen zeggen.”
“Mooi. Dat is belangrijk voor me om te weten.”
– “Het hangt van de beslissing van de politie over twintig jaar af. U zou bijvoorbeeld kunnen worden aangehouden.”
“Aangehouden? Zou ik in de cel kunnen worden gezet?”
– “Dat behoort eventueel ook tot de mogelijkheden, ja.”
“Goed zo. En in die cel wordt me ook nooit duidelijk gemaakt waar ik precies aan toe ben?”
– “Maakt u zich maar geen zorgen, meneer Verwer.”
“Prachtig. Er zijn nog een paar kleine dingetjes die ik wil weten.”
– “Vraagt u maar. We zijn er om u te helpen.”
“Stel dat ik bij u langskom aan de balie, en dan de boete direct betaal. Dat scheelt u weer een brief en…”
– “Helaas hebben wij geen bezoekadres.”
“Prima! Dat is waar ik stiekem op had gehoopt.”
– “Ik ben blij dat ik u van dienst heb kunnen zijn. Heeft u verder nog vragen?”
“Heeft u enig idee om wat voor boete het gaat?”
– “Daarvoor zou ik u moeten doorverbinden naar een andere afdeling.”
“Dit is schitterend. Dank u wel!”
– “Een prettige middag nog, meneer Verwer.”