Er is dus een akkoord. Ik heb meegeleefd met het theater rondom de Griekse bankenredding en de austerity die de logica van het systeem aan de oudste democratie ter wereld oplegt. Ik heb zelfs even gedacht dat ze terug zouden keren naar de Drachme, hun banden met de ECB, het IMF en andere financiële aasgieren zouden opzeggen om zich helemaal te wijden aan een duurzame lokale economie.
Op de televisie werd een slager geïnterviewd. Er was al drie weken geen rundvlees meer. Nee, Tsipras heeft ons verraden. Hij is uiteindelijk net als alle anderen. Ik zou wel willen weten wat voor akkoord dat dan precies is, dat er nu is gekomen.
Dit soort intermezzo’s houdt het spannend voor de naïvelingen onder ons. Maar uiteindelijk moeten de schoorstenen roken. Uiteindelijk is economische groei de enige imperatief die telt. Het IMF en Keynesiaanse analysten als Krugman zeggen dat austerity averechts werkt en dat er toch echt meer geld moet worden rondgepompt om de groeimotor weer op gang te krijgen. Banken en gluiperige snel-rijk-worden investoren hebben er genoeg van. Tenslotte is er in 2012 al 100 miljard kwijtgescholden. Er is een tijd voor alles, en nu is het tijd voor Lijden, om de Prediker uit de bijbal te citeren.
Ik ben niet de juiste persoon voor een koele analyse want ik haat het kapitalisme als de pest. Ik moet kokhalzen bij de gedachte dat alles wat voor iemand waarde heeft numerologisch met elkaar moet kunnen worden vergeleken. Waarde voor de oorlogs- en profitmachinerie en waarde voor dorstige weeskinderen en babyschildpadden is inwisselbaar, is gelijkgesteld. Hetzelfde geld koopt vernietigingswapens, privévliegtuigen en redt zeehondenbabies. En niemand vindt dat gek. Het is de beste abstractie die we hebben en hij waarborgt de adembenemende efficiëntie van het “systeem”. Meer nog: zonder die abstractie zouden miljoenen voor het eind van de maand verhongerd of uitgemoord zijn. Bovendien is die inwisselbaarheid waar jij zo van moet overgeven, mijnheer Choi, helemaal geen eigenschap van het kapitalisme, maar van geld an sich. Dat is nou juist de hele gedachte van de ruileconomie. Het is de grote verantwoordelijkheid van de mensen door wiens vingers het geld gaat, om het op de juiste manier te besteden. Het concept op zichzelf is neutraal. – Jawel, mijnheer Status Quo, dat was de bedoeling. Maar die neutraliteit is een enorm tapijt, waaronder alle onheil geveegd kan worden. Het is ogenschijnlijk het enig mogelijke postideologische systeem: de holle identiteit van geld zelf. Geld-isme impliceert kapitalisme, want kapitaal is volgens de Marx’sche definitie geld als productiemiddel. Het neoliberalisme stiliseert zich met gemak als de enige rationele manier om “de wereld te runnen”. Niet-monetaire “waarden” (volksgezondheid, vrede, geluk, milieu, duurzaamheid) worden stuk voor stuk in het strakke corset van Madame Capitale gedwongen; de omineuze efficiëntie van de ruileconomie zaait zich uit naar alle domeinen van het mens-zijn – en wie ertegen in opstand komt wordt de mond gesnoerd met harde cijfers die aantonen dat unter den Bedingungen des Kapitalismus privatisering het meest efficiënte resultaat bereikt. Wie zich daardoor niet uit het veld laat staan en bezwaar aantekent tegen het systeem zelf door te verwijzen naar authentiekere vormen van menselijke interactie hoort het schrille fluitje van de rood aangelopen scheidsrechter van het kapitaal wanneer deze de Hitler/Stalinkaart trekt en de beschuldiging uitspreekt, dat hij heult met het moderne equivalent van een fascistische Blut und Boden-ideologie of een inefficiënte planeconomie voorstaat waarin vrijheid is uitgebannen en menselijk leed niet eens meer kan worden becijferd.
En zo stoomt de trein van de geschiedenis verder, met toenemende ijver op weg naar een onbekende apotheose. Het spoor voert door steeds ruiger terrein en passagiers beginnen met elkaar te vechten, maar de indruk dat er maar een richting mogelijk is wordt bij iedere onklaar gemaakte wissel enkel versterkt. En wanneer een wissel intact weet te blijven, wanneer er een reëel alternatief zich dreigt aan te dienen, wordt de wisselwachter in de rug geschoten. Zo regeert – wie billig – de macht, die met behulp van de grote gelijkmaker geld de beschikking heeft over een vazallensysteem dat de planeet naadloos omsluit. De godzijdank empirisch genoegzaam bewezen stroom van rijkdom naar de one-percent is pas zichtbaar wanneer deze net zo onomkeerbaar lijkt als het woord van de God die het niet vervangt maar op zo’n krakkemikkige wijze complementeert, dat het leidt tot nieuwe uitzaaiingen van religieus fundamentalisme.
Alles wat ik te bieden heb is een projectie. Ik droomde als jongen van zelfstandigheid en onafhankelijkheid, onafhankelijkheid van autoritaire karakters of hun geïnstitutionaliseerde variant. In het geval van Griekenland betekent dat de ECB, het IMF, internationale banken, multinationals, miljardairs die financiële druk uitoefenen. Ik projecteer mijn voorstelling van geluk op de Grieken. Waarom niet heerlijk onder een olijfboom zitten en in olijfolie gebraden sardientjes eten, gevangen voor de cycladische kust? Waarom niet tijdens de uren die ze gisteren in de fabriek doorbrachten besteden aan het verzorgen van moedertje? Waarom niet burenwachten organiseren tegen de al-te-hopelozen die zich tot inbraak en geweld verlagen? Waarom niet kinderopvang zelf regelen als men zich er toch toe gedwongen ziet? Waarom niet – de openbare ruimte terugveroveren? In plaats van marionetten te blijven van een financiële troika en de goed geoliede economiëen die deze haar bestaansrecht geeft, waarom niet zelf de touwtjes in handen nemen? Was de oorspronkelijke Griekse economie niet een economie van stadstaten? Is Griekenland niet bij uitstek een land om een zinvol experiment uit te voeren? Een commons-based steady-state economie, een basisinkomen, locale biologische voedselproductie, natuurherstel en geleidelijke bevolkingsafname?
Ja, het is een projectie. Net als het domme gezwets dat de keukenwijsheid “wie geld leent moet het ook terugbetalen” toepast op landen maar niet eens meer de moeite neemt om zich achter de oren te krabben wanneer het banken betreft. Uiteindelijk projecteren we een idee van rechtvaardigheid – in mijn geval een wereldorde die vandaag nog als utopie wordt weggehoond, in het geval van de neoliberalen een verkeerd begrepen primaat van de Schuld.
Wanneer we ophouden de beste aller mogelijke werelden te projecteren op de realiteit, zijn we net zo verloren als wanneer we het onderscheid tussen beiden vergeten. We moeten de wisselwachters en wisseltechneuten in bescherming nemen. Alternatieven zullen steeds onmogelijker lijken naarmate de trein verder versnelt en we de wissels niet eens meer waarnemen. Individueel gebrek aan fantasie leidt tot collectieve gruweldaden. Omgekeerd is de vrije proliferatie van inbeeldingsvermogen de “enige uitweg uit het kapitalisme”, zoals Paul Mason in een artikel in de Guardian schrijft.