Ik lees het interview met een omhooggevallen polderpolemica, een leuk Turks wijf dat zichzelf tot beste columniste van Nederland heeft uitgeroepen.
Ze schrijft naar eigen zeggen voor “slimme mensen” en die slimheid leidt ze af uit het feit dat ze het makkelijke schreeuwblad GeenStijl lezen of het openbaar vervoer(!) gebruiken. Ik ken haar columns niet maar hoop dat het boordevol constructieve suggesties staat, filosofische beschouwingen, dieptepsychologische analyses en fundamentalontologische Untersuchungen naar het wezen van hetgeen waarover zij schrijft. Ik hoop dat haar columns mensen aan het denken zetten.
Het is heerlijk om vanuit het luchtledige mee te praten. Om het “voor jezelf” te doen zonder het gevaal dat je bij de Chinees vanwege je flauwe humor in elkaar wordt geslagen, zonder bang te hoeven zijn dat je in de metro wordt bekogeld met etensresten die het als asielzoekers gecamoufleerde anarchistische vreemdelingenlegioen heeft geweigerd, of zelfs het gevaar te lopen een moment lang serieus te worden genomen.
Ik werk al jaren in een vacuüm. Over mijn geleerde hoofd hangt een gigantische stolp met een ingebouwde stofzuiger. Denk aan een in elkaar geflanste operatiekamer waarin de onrijpe en de gevaarlijke ideeën uit voorzorg worden afgezogen.
Maar wat voor zin heeft het dan? Behalve dat het “leuk is om te doen”? Een “opiniemaker” in een vacuüm, is dat niet hetzelfde als een stratenmaker op zee? Of is het een nuttige oefening in bescheidenheid, een kunst die niet eens zo eenvoudig is als we denken. Zeg niet “bescheidenheid, dat doe ik wel even” want er komt een hoop bij kijken. Misschien zelfs wel een beetje onderwerping. Ik denk na over een column (een kanttekening in het luchtledige, is dat niet poëtisch?) over onderwerping, of om het in het Arabisch uit te drukken الإسلام.