Vanochtend in de Volkskrant. Let op het kopje. Het stroomaanbod van de Nederlandse energiemaatschappijen is grijzer geworden. Er staat “5% meer”. Bedoeld is dat het aandeel kolen als gevolg van een prijsdaling van kolen van 24 naar 29 procent is gegaan.
Het maakt weinig uit hoeveel meer of minder er ten opzichte van een ander jaar wordt verbruikt in de virtuele wereld van de economie. Wat we nodig hebben is harde cijfers. Hoeveel gigaton klimaatgassen er in totaal zijn uitgestoten. Hoeveel vierkante kilometer ecosysteem er onherstelbaar zijn beschadigd. Pas dan leggen we de vinger op de zere plek, want doemt het grote conundrum van de oneindige groei-economie en de eindige planeet voor ons op.
Aan linkse onderzoeksjournalisten de taak om de cijfers uit te zoeken die er wel toe doen.
Uitleg. Als we morgen stoppen met het verbranden van fossiele brandstoffen behalve voor een kolenkacheltje om jihad meth te stoken voor een Saoudische prins die voor ons dit experiment bekostigt, gaan we naar 100% kolen.
Waarom doen consumentenbond, Greenpeace, Hivos, Natuur & Milieu, WNF en WISE niet meer dan het presenteren van relativistische economische cijfers? En waarom nemen journalisten die gewoon over met de summiere uitleg dat “stroomproductie uit kolen […] twee keer zoveel broeikas-CO2 als uit gas [veroorzaakt].”? Dit soort berichten vermijdt harde cijfers als de pest.
Wat we nodig hebben is een grote live teller op het Damrak met de hoeveelheid CO2 die we uitstoten, zoals dat met de schuldenberg wordt gedaan. Dat schept saamhorigheid.