Vertrouwen

Bij de Weinmeisterstraße, op weg naar huis met mijn dochter op mijn schouder sprak een sjofel figuur me aan. Of we een Unterkunft voor hem konden regelen, of we bekend waren in de buurt. Aber sicher, antwoordde ik. Mijn aangeschoten toestand had mijn Hemmungen opgeheven. Ik wilde deze kerel helpen met goede raad, want die, dat weet iedere Hollander, is niet duur.

“Haben Sie schon am Hackeschen Markt nachgeschaut?” vraag ik hem, in de veronderstelling dat hij hier tien minuten geleden uit de lucht was komen vallen of een paar dagen geleden in een gammele sloep op een Grieks strand was afgezet.
“Da komme ich gerade her” zegt de gestalte. Met een schuin oog neem ik een aantal blikken insignes op zijn borst waar. De man heeft een grappige neus met een ringetje erin. Zijn outfit wijst op een jarenlang zwerversbestaan in verschillende steden, in de revieren van verschillende dealers. Ik zie dat de man nog een toonbaar gebit had. Arie Boomsma zou een hipster van hem kunnen maken. Ik schat de make-over op een slordige tweeduizend Euro, maar houd de offerte voor me.

Om mezelf een houding te geven leg ik uit dat ik zelf ook moeite heb om de huur te betalen (dat is natuurlijk onzin) en mompel ik dat ik ook maar een toerist ben, uit Nederland.
“Godverdomme een landgenoot, dan hadden we gelijk Nederlands kunnen praten. Ik zit hier behoorlijk in de penarie.” roept die kerel ineens.
– “Waar kom je vandaan? Uit Amsterdam?” zeg ik van een veilige afstand tegen de Hollandse zwerver, die met consumptie spreekt.
“Diemen.”

De cirkel van wezens die je vertrouwt, zei eens een vermaard filosoof, dat is wat je persoonlijkheid uitmaakt.

Dat verzin je niet. Hier, midden in mijn failliete, ranzige Berlijn. Hij laat me een beduimeld stuk papier zien met de adressen van een aantal zwerversonderkomens die hem niet meer verder wilden helpen. Na drie nachten was hij er, hoe typisch, weer weggestuurd. Hij jammert, in de mij van ‘Penner’ zo vertrouwde monotone mineurstem, dat niemand zich over hem ontfermde. Ik sta nog een volle minuut kuchend en knikkend naast hem, dan wens ik de smeerlap het beste en keer snel huiswaarts want ik heb geen zin om zo’n gozer bij mij op de bank te laten snurken. Meestal hebben ‘ze’ zich voor het ontbijt allang uit de voeten gemaakt en ontbreekt ook je portemonnee. Of ‘ze’ kunnen met hun fikken niet van je vrouw afblijven.

Nee, ik vertrouw niet zomaar daklozen, al komen ze uit Diemen. Vertrouwen is persoonlijk. De cirkel van wezens die je vertrouwt, zei eens een vermaard filosoof, dat is wat je persoonlijkheid uitmaakt. Honden vertrouw ik na een kennismakingsgesprek van vijf minuten, bij Facebookvrienden duurt het meestal een paar maanden, zakenlieden vertrouw ik voor een paar duizend euro en politici vertrouw ik voor geen meter.

Tijdens een vegetarische barbeque op het voormalig diplomatenvliegveld Tempelhof rent mijn dochter in blind vertrouwen naar de andere grillgezelschappen. Ze wordt door vreemde mannen in de lucht gegooid en doet gezellig mee met het breakdancen. Ik ben tevreden: het is gemakkelijker later voorzichtigheid aan te leren, dan angsten af te leren.

Geef een reactie