Kiespijn

Ik wil vandaag berichten van een lijdensweg. Maakt u zich geen zorgen: het feit dat ik er in een exclusieve column over schrijf betekent dat u mag rekenen op voldoende ironische distantie tot het onderwerp in kwestie. Ik kan het hier met een grimlach presenteren op een manier die hopelijk zijn droogkomische uitwerking niet zal missen.

U kent wellicht de oude marteltechniek met de waterdruppel, die in eerste instantie op een onschuldige, zij het karige, spabehandeling lijkt, maar na weken of maanden tot een uiterst onverkwikkelijke vorm van leed muteert. In plaats van acute agonie is er altijd die opdringerige, zeurende, zwerende, etterende pijn, die ons concentratievermogen dwarsboomt, onze intellectuele vermogens reduceert tot het niveau van verkiezingscampagnes en onze kleine dagelijkse verliefdheden doet verstikken in ellende.

Dat wil allemaal niet zeggen dat het moreel gerechtvaardigd is om de handdoek in de ring te gooien. We moeten door, subliem gemarteld of niet. We kennen onze heilige plichten en verantwoordelijkheden, we ‘zijn er’ voor onze dierbaren, we zorgen ervoor dat onze kinderen veilig en weldoorvoed zijn, dat we belasting blijven betalen. Maar van oprecht en aanhoudend geluk kan geen sprake meer zijn. Maaltijden zijn slechts voeding, muziek is slechts geluid en natuurschoon is verraderlijk en vals. Er zijn de bitterzoete momenten met je naasten, die je meer ondergaat dan vormgeeft, unieke momenten die je eigenlijk een vitaliserend gevoel van geluk hadden moeten geven. Maar dit gevoel blijft uit.

Kiespijn domineert sinds maanden ieder aspect van mijn bestaan. Er is in vier verschillende landen geen tandarts die ‘iets kan vinden’. Wortelbehandelingen van 500 euro van dokter Oei (ik verzin dit niet), talloze röntgenbeelden, antibioticakuren, goedbedoelde adviezen, dure specialisten die een keer in je muil kijken en dan op een verontschuldigend toontje mompelen “dat is dan zeg maar zeventig euro ofzo”, en meer ongein die ik u zal besparen.

Ik heb me zo langzamerhand ingesteld op het aanstaande verzoeningsproces. Op een leven in chronische, zeikende, pijn, zonder enig uitzicht op verlichting. Ik ben me er terdege van bewust dat dit vergelijkbaar is met het lot van miljoenen van mijn voorouders. De meesten stierven voor hun veertigste met verschrikkelijke kiespijn, dus waarom zou ons een beter lot beschoren moeten zijn? Overigens helpt een ding heel goed wanneer je je wilt verzoenen met het onvermijdelijke verzoeningsproces: de irrationele hoop dat de kiespijn ooit gewoon weer overgaat.

Er is geen sprake van opgeven, haast ik me erbij te zeggen. Ik ga niet lopen zeiken over een ‘voltooid leven’. Het ontbreken van de mogelijkheid tot persoonlijk geluksgevoel kan de zaak juist vereenvoudigen en moreel verfraaien.

Over drie dagen ben ik jarig. Ik zou zeikerig en melodramatisch kunnen afsluiten met mijn grote wens, eindelijk (ooooh) van de kiespijn bevrijd te zijn. Maar, indachtig de rijzende waarschijnlijkheid dat mijn sublieme marteling het tijdelijke niet zegent voordat ik dat zelf zal doen, is het een mooie, bevrijdende gedachte (ik denk hierbij ook aan de onlangs overleden Oxford-filosoof Derek Parfit) dat ik voor mijn verjaardag niet de halsband van mijn identiteit en hoedanigheid als geluksmachine hoef op te poetsen. In plaats daarvan lijkt het me verstandiger wanneer ik voor mijn verjaardag wens dat mijn lezers voor zichzelf een delicatesse kopen en deze met sublieme dankbaarheid jegens het ontbreken van kiespijn in hun tandement en een knipoog naar deze vermaledijde columnist, gelukkig verorberen.

3 commentaren op “Kiespijn

  1. Wat erg dat het nog steeds niet over is en dat ze niets kunnen vinden!
    Misschien neurologisch? Beknelde zenuw? Ooit een ongeluk gehad of iets met hoofd/nek/rug? Maar dat zal je zelf ook wel bedacht hebben…..
    Heel veel sterkte!

    1. Dank je! Het lijkt nu beter te gaan. Ik hoop weer meer te schrijven en ook aan redigeren toe te komen in dit jaar. Hartelijks!

    2. Mooi! Hoop dat het hekemaal opknapt/weggaat/wegblijft!
      Ik zie je schrijfsels graag tegemoet!

Laat een reactie achter bij Esther van den Bergh Reactie annuleren