Gisteren bracht ik met mijn vrouw en dochter een bezoek aan een kleine kunstgalerij hier in Seoul, want er was een tentoonstelling van de Spaanse kunstenaar Joan Cornellà die ik bewonder om zijn sardonische genie. Het was een zonnige dag en de galerij was bomvol ijverig fotograferende Koreaanse bezoekers en een enkele buitenlander die in het Amerikaans iets over de grensoverschrijdende afbeeldingen mompelde.
Onze dochter Miru van vijf keek haar ogen uit en was vooral gefascineerd van de beenloze terrorist die als surfboard werd gebruikt, de smeltende kauwgomgezichten en de moordenaar die eerst een oude vrouw doodschiet, vervolgens haar gezicht bruin verft en vriendelijk bedankt wordt door de politie die denkt dat de dode wel een crimineel geweest zou zijn. Die laatste begreep mijn dochter nog niet, maar wij wel. En dat is het hele punt bij Cornellà. Het feit dat wij bij de gruwelijkheden op zijn doek direct begrijpen wat er aan de hand is geeft ons te denken. Het is een artistiek concept dat perfect werkt in onze tijd, want het is kort en het schokkeert. Punt.
In de metro terug naar huis zag ik iemand met een krant. Er stond een paginagrote advertentie in over Expo 2030 te Busan. Hoe zou de wereld er tegen die tijd uitzien? Ik verwacht dat er in de komende twaalf jaar meer verandert dan in de afgelopen twaalf jaar. In het afgelopen dodecennium is het internet tot rijpheid gekomen door de ontwikkeling van sociale netwerken en de blockchain. De jaren die nu gaan volgen zullen draaien om de consequenties van het internet voor de samenleving en de techniek. Steeds snellere manieren om kapitaal te concentreren op steeds excentriekere projecten en een ’terugkoppeling’ van sociale media naar de ‘echte’ wereld, die anno 2018 nog onafhankelijk van elkaar te lijken bestaan. Hoe de Expo 2030 eruit gaat zien in de havenstad Busan? Geen idee. Misschien staat de stad tegen die tijd half onder water, misschien worden we geserveerd door robots, misschien heeft de nanotechnologie de wereld fundamenteel veranderd.
Verbeelding. Wat moet ik er nog over zeggen. Sorry, ik lig er even uit. Ik ben even niet helder. En het is allemaal een spel hoor, laten we dat niet vergeten. Puur blijven en authentiek, dat is beter dan je er met schoonschrijverij gemakkelijk vanaf maken. Authentiek: ik schrijf dit liggend op mijn bed, luisterend naar opzwepende jazz en koffie drinkend. Het is zondagavond, maandagochtend wordt deze column gepubliceerd. Hij gaat over verbeelding. Absurde geweldsfantasieën en toekomstfantasieën kunnen betere mensen van ons maken. Of misschien ook niet. Laten we daar niet over moraliseren.