Fietstocht door Nederland

In plaats van een column mijn Facebookverslag van de eerste week fietsen door Nederland met mijn dochter Miru van vijf. FOTO’S staan op Facebook.

Nederland Dag 1.
In de Brabantse bossen.

De regen heeft ons niet overvallen en we pauzeerden bij een berg aardappelen, die voor de koeien bestemd waren. Een daarvan was hartvormig. Na vier boterhammen met pindakaas vervolgden we onze fietstocht tot diep in de bossen ten oosten van Den Bosch. Daar bezochten we een goede vriendin, met wie we veel zieleroerselen gemeen hebben. Terwijl de januaridochters zich in twee fantastische evil Elsa’s uitputten, keuvelden wij over permacultuur, veganistische lekkernijen, het houden van kippen in een voedselbos en hoe je een verhaal over wereldverbetering vervlecht met een persoonlijke wordingsgeschiedenis, zodat het mensen gaat interesseren.

Bedankt, Manon Ossevoort Rogier en Hanna.

Morgen vervolgen we ons pad richting Ravestein naar het leuke linkse Nijmegen. De pap zit nog niet in de benen, de r nog niet in de maand en de geest is nog jong.

Fietstocht door Nederland Dag 2
Over de Maas

Toen Miru de hond Biba uit Tanzania, die haar de vorige avond nog zoveel angst inboezemde, genoeg had geaaid vervolgden we onze weg. De buiken zaten vol verantwoorde pindakaas en we waren vrolijk gemoed, dus heerlijk zoefden wij door het noorden van Brabant, langs maïsvelden en een droogliggend ven waar mooie kleine paarden overheen sjokten.
We pauzeerden bij een waterput waar Willibrord nog gedoopt had, en op die plek besloot ik Miru’s knuffel als mascotte te gebruiken.
Een uur later zaten we op de bank bij mijn eertijdse vioollerares Heidi Poessé en haar man in Ravenstein. Dochterlief bewonderde de barbiepoppenverzameling van de dochter des huizes en onderwijl haalden wij oude, dierbare herinneringen op over de tijd dat ik wekelijks vioolles had, twintig jaar geleden.
Gesterkt door een broodje Hollandse kaas en een fijne ontmoeting lieten we ons vervolgens overzetten met het voetveer over de Maas. De laagstaande zon zorgde voor een betoverende sfeer die ik met mijn zakcomputer vastlegde.
Weiter ging es, o vergeef me mijn Germanismen zoals ook ik u vergeef, langs de Meuse, zingend. We arriveerden rond 6 uur bij de Hof van Wezel, een heerlijke alternatieve camping waar we ons snel thuisvoelden. Na wat boodschappen in Beuningen en het opzetten van onze geleende koepeltent (dank je Marjolein Hermsen) was er een jamsessie, waar ik op de mandoline lustig doorheen speelde terwijl Miru haar zangkunsten ten beste gaf. Ze was in slaap gevallen voordat ik m’n biertje ophad, en ik droeg haar tevreden naar de tent.

Fietstocht door Nederland Dag 3
Over de Waal

Toen we wakker werden in onze koepeltent verbaasde Miru zich over de condensdruppeltjes in de voortent. Allemaal water! Hoe kan dat nou?
Willen jullie heet water voor koffie of thee? Vroeg een vriendelijke campingbewoner die zich even later, toen we bij zijn vuurmand zaten met een mok sterke koffie en sinaasappelsap, voorstelde als Benno. Benno woont tot november in een ensemble van caravans, mannequins, een muur van strobalen gedecoreerd met posters van the Ramones, Queen, en Johnny Cash’ middelvinger, een houtstapel bijeen gesprokkeld uit de omgeving, een provisorisch aanrecht en een keur aan rondslingerende objecten. Hij lachte vriendelijk en aanvaardde dankbaar de boterham met pindakaas die we hem in ruil voor de versgemalen koffie aanboden. We aten, Miru speelde met de poes, en uit de luidsprekers klonk
Where did all the good people go?

De Nederlander noemt dit een ‘momentje’.

Nadat we onze tent hadden opgevouwen mocht ik op het terras van onze gastvrouw het verslag van gisteren schrijven. De mensen, die ons herkenden van de jamsessie, groetten ons hartelijk. De Hof van Wezel is een interessant biotoop, een hoopvolle microcosmos van mensen die genoeg hebben van de hyperindividualistische mores van de reguliere, veel meer inkomstenbelasting betalende buitenwereld.

We reden tot aan Ewijk, waar we in de kantine van een manége scholen voor miezerig hemelwater. Miru observeerde de rijschool maar zwoer zelf nooit op een paard te gaan zitten. We waren hier vanwege de Waalbrug, omdat het voetveer even verderop was gestremd door te laag water na de absurd hete zomer. Zo waren we vandaag heuse slachtoffers van climate change dus leer dat nu toch eens lieve mensen: omdat u zo lang doucht en auto rijdt ging onze veerpont niet en moesten wij twee kilometer omrijden. Erbarm u.

De tocht door de Betuwe die volgde was mooi. Eindeloze rijen fruitbomen die in Miru’s fantasie allemaal Tante Perenboom heten. Statige molens. Een vriendelijk heerschap voor een boerderijmuseum met een kippentrappetje. Het autoveer naar Wageningen, waar we weer werden overvallen door de regen.

In Wageningen arriveerden we om half zes bij Anita, die we via Couchsurfing hadden leren kennen en had gereageerd op mijn spontane vraag die middag. Het kwam goed uit want ik kon boodschappen doen en koken ( ik vermeld het erbij opdat u niet denkt dat couchsurfers er alleen op uit zijn om te parasiteren; dat is een kleverige reputatie waarvoor ik de beroepsgroep bij dezen wil behoeden)

Helaas was ik uitgeschoten met de cayennepeper en was de soep slechts voor de chef zelf eetbaar, die er met een hete bek drie bakken van leegslurpte. De salade en de aardappels waren wel gelukt, evenals de superorganische driesterrenkip. Als u toch af en toe vlees moet eten, neem dan altijd vlees met minstens drie ‘beter leven’ sterren. Dat voelt u in uw portemonnee en dat is ook precies de bedoeling. Minder! Minder! Minder! Ik roep hierbij op tot een spotprentenwedstrijd over de bioindustrie.

Na een uur aan dit korte verslag te hebben gewerkt op mijn telefoon, is Miru in slaap gevallen. Ik ben niet tevreden over de zinsbouw en het overkoepelende narratief, maar ga nu niet meer rommelen.
Ik wens u allen een gezonde nachtrust nabij uw dierbaren.

Fietstocht door Nederland Dag 4
Door de Veluwe

De zon scheen toen we ontbeten op het voorbalkon van het Wageningse stulpje waar onze spontane gastvrouw ons op zachte matrassen heerlijk had laten slapen. Ik nam zoveel mogelijk calorieën in omdat we deze dag ‘heel wat van plan waren’.
Anita fietste met ons mee tot aan Ede, door prachtige, fotogenieke bossen en velden, langs kasten van huizen en idyllische boerderijen. Na Ede lokte de hoge Veluwe. Ik trapte eerst een stuk langs de rijksweg en sloeg vervolgens rechtsaf de Edese heide op, die er prachtig bij lag in de opgeklaarde lucht.
Ik vertelde Miru wat camouflage is, en vroeg haar of ze de zes soldaten kon zien, die juist een groen vuurbaken ontstoken om een helicopter op hun aanwezigheid te attenderen. De heli daalde met wild geraas tot vlak boven het veld en verdween weer in de verte. Volgens een vriendelijke passant op een fiets, wiens zoon binnenkort op missie gaat naar Mali, was dit nog niks. Verderop oefenden ze met Chinooks en Apaches en werd er naar hartenlust geschoten. Maar deze heli hadden ze voor de gelegenheid geleend. Ach, we zijn hier in de buurt van de Grebbelinie en het gaat om de landsverdediging.
In Otterlo gunde ik mijn kroost een roze ijsje in een zeer toeristische uitspanning. We reden naar de entree van het Kröller Möller en het nationale park, maar besloten verder langs de N304 te rijden omdat 9,50 te veel gevraagd is voor een stukje fietspad. Mijn benen begonnen op te warmen terwijl we doorstoomden langs Hoenderloo (met twee o’s voor de spellingsquizliefhebbers) en Beekbergen tot in het hart van Apeldoorn. De vele racefietsers die voorbij flitsten, een meneer bijna rakelings, ontlokten mijn psyche geen haantjesgedrag, maar stimuleerden de rustige, wijsneuzerige tevredenheid van een trotse jonge vader.
We smokkelden het stuk Apeldoorn – Ommen: waar zouden we zijn zonder de trein? Diep in de nacht langs velden en wegen fietsend, koud en donker van gemoed. De spoorwegen waren echter niet gebruiksvriendelijk omdat er in Apeldoorn een loket ontbrak.
Nederland is lastig hè, zei een medereiziger.
– Woont u ook in het buitenland?
Ja ik woon in Moskou.
– O, ik vond Zomergasten met Pieter Waterdrinker zo goed.
Heel Nederland had van de aimabele verteller genoten.
Ik ken Pieter persoonlijk.
– Het is een kleine wereld. Goede reis!

Een meisje van 17 hielp ons op de trein. We moesten drie keer rennen om in het voorste treinstel met het fietsicoon te komen, maar we volbrachtten dit. Zwolle was een gezellige tussenstop: een romantisch eeuwenoud centrum ondergedompeld in de gezapigheid van terrasbezoekers en winkelende mensen. Ik stuurde Miru een notenwinkel in een elegant historisch pand in met een twee euromunt om een bakje tropische mélange te kopen.
Dat is een cadeautje voor mijn vriendinnetje, zei ze tegen die mevrouw.
– Wat lief van jou, antwoordde ze, terwijl ze de bon overhandigde.
Het was zo zoet dat ik tranen in m’n ogen kreeg.

We bereikten Ommen rond 8 uur. De navigatie bracht ons probleemloos naar het gezellige huisje van VVViviane Rosen haar vijfjarige dochter. De meiden begonnen onmiddellijk met elkaar te spelen en het was een tour de force om ze naar bed te brengen.

Fietstocht door Nederland Dag 5
Om Ommen

Na een lekker ontbijt van sojayoghurt met mango, liet onze gastvrouw ons de omgeving van Ommen zien. Gezusterlijk zaten onze dochters naast elkaar in veilige kinderstoelen op de achterbank en luisterden naar Nijntje.
Als eerste deden we het Vechtdal aan voor een boswandeling. Het bleek de plek waar de Indische theosoof (volgens het bordje althans, dank Wijnand Steemers) Krishanamurti tijdens zijn verblijf in Nederland zijn lezingen en genezingen hield. Dat soort weetjes verandert voor sommige mensen alles. Zij wandelen niet simpelweg langs een anonieme, met kroos bedekte beek in Noord-Overijssel. Zij verheugen zich niet simpelweg over de paar planten, bramen, hop, vlier, die ze kunnen identificeren en opeten. Zij breken niet simpelweg een afgevallen tak op maat omdat hun dochter precies hetzelfde wil als haar vriendinnetje: jurkje, eten voor de tv, koekje, trampoline.

We reden verder naar een blauwe bessen-pluktuin, waar ze koffie, thee en taart verkochten. Het was tevens de plek waar de trampoline stond, dus Miru en Niamph vermaakten zich als vlindertjes en andere vliegende weldoeners, terwijl hun ouders, allebei 39, zich onderhielden (is dat weer een Germanisme?) over het leven en de vele gezichten van de liefde. Ik miste mijn lieve vrouw Yeon Yellow-Duck Choi, die dit – en dat is een grappig neveneffect – via google’s machinevertaler leest.

‘S Avonds bereidde ik pompoen-courgette-appelsoep. Die appel is helemaal niet zo gek mensen! Zelfs Miru onderbrak haar woezelenpipsessie – Neerlandse ouders weten wat ik bedoel. Viviane Rose las de kleuters een boek over het zonnestelsel voor. Ze leren sneller dan ik kan schrijven.

Fietstocht door Nederland Dag 6
Rustdag

Miru’s nieuwe vriendinnetje Niamh vierde vandaag haar vijfde verjaardag, en ze was samen met haar papa uitgenodigd. Het is meer dan een kwart eeuw geleden dat ik voor het laatst een Nederlands kinderfeestje met papieren hoedjes en ballonnetjes heb meegemaakt.

Met Miru wandelde ik ’s ochtends naar de supermarkt voor wat vergeten boodschappen. Onderweg zagen we een grasmaairobot over een reeds gekortwiekt gazon heen en weer rijden, en ik vroeg me af of dit mensen met vrolijke hoogmoed over de technologische vooruitgang kan vervullen, of met een misantropische neerslachtigheid. We kochten wat we nodig hadden en daarna mocht mijn dochter op het springkussen, waar ze gierde van de pret.
Het feestje begon om een uur. Er was vegane spekkoek, een wild krantenproppengevecht, drie jongetjes van vijf, een chaos van blauw kleizand, dino’s, stoepkrijt, vier meisjes van vijf, bedspringen, wild rondrennen en nog veel meer.

Een rustdag dus. Ik vond tijd om de volgende etappes naar Groningen en Leeuwarden voor te bereiden en voor wat korte overpeinzingen.

Bij avondlicht reden we nog naar de Sahara, een kleine zandverstuiving bij Ommen, waar we een fort bouwden met muren van het merkwaardige roetzwarte zand dat we op 20 centimeter diepte aantroffen. Het zwarte zand was het meest in het oog springende verschil met de Loonse en Drunense duinen in Brabant, waar ik als kind hutten bouwde.
Miru klom op een laaghangende tak en haar vader wenkte haar van halverwege de boom, waarin hij al snel naar boven was geklauterd. Hoe hoog zou ik in haar waarneming hebben gezeten? Zal ik in haar herinnering nog hoger komen te zitten? Papa kan alles, is toch de stellige overtuiging van kinderen onder de tien?

Domme papa, zei ze toen ik haar jasje, dat ik 35 jaar geleden trouwens zelf droeg, in de boom vergat. Dat is helemaal niet mijn stellige overtuiging, voegde ze eraan toe.

Toen de kinderen sliepen vertelden onze gastvrouw en ik elkaar verhalen over verre reizen en het stramien, het gezapige, truttige, perfect georganiseerde wereldje waarin we niet meer passen maar omwille van ons nageslacht lijdzaam naar voegen. Over specicisme en of je poezen binnen moet houden om vogels te beschermen. Over controle dus, en weldra over de onvolmaakte controle die we hebben over onze identiteit. Over couchsurfingbelevenissen en vertrouwen, intuïtie en gezichten lezen. Het werd een echt gesprek.

Mensen, voer morgen echte gesprekken met elkaar. Het is het waard.

Fietstocht door Nederland Dag 7
Omweg naar Groningen

We voelden ons na de derde nacht in Ommen, het spreekwoord over gasten en vis ten spijt, vrolijk en fris. Maar Miru’s nieuwe vriendinnetje moest de volgende dag weer naar school, we wilden verder naar het hoge noorden en de pindakaaspot was leeg, dus stapten we na een goed ontbijt op de fiets voor een tocht van drie kilometer naar het stationnetje van Ommen, waar we de trein naar Zwolle stapten.

Morgen begint het nieuwe schooljaar hier en de vraag over mijn dochters leerplicht hing al een tijdje in de lucht. Moet ze…gaat ze….. hoe is dat in Korea? Nog niet, volgend jaar pas, en by the way: van reizen leren ze het meest. Ik kan Miru’s taalontwikkeling bijna voelen en haar sociale vaardigheden verbeteren met rasse schreden. Ik ben een rasdiplomaat aan het kweken, stelde ik gisteren frivool, een soort Fransiska Timmermans. Het is waar. En omdat Miru in Zuid-Korea woont kunnen we dit doen zonder Nederlandse instanties wakker te schudden die ‘het beste met ons voor hebben.’

Zo speelde Miru uit eigen initiatief op het perron van Ommen paaldanseresje totdat de trein arriveerde. Blij gemoed stapten we op. In de trein troffen we een groep fietsers aan die bescheiden vertelden dat ze vandaag een rondje Dalfsen gingen doen, maar ze hadden al menig ver oord befietst. Er heerst een soort solidariteit onder tourfietsers (met van die tassen dus) en dat gevoel is gemakkelijk op te wekken en uit te buiten. Je hoort er onmiddellijk bij wanneer je op een bemodderde en bepakte tweewieler wijst, er is onmiddellijk rapport. Dat fenomeen, dat in bepaalde mate ook geldt voor hondenbezitters, vogelaars, lifters, veganisten, naaktlopers en baronessen, zou beter onderzocht moeten worden. Solidariteit is tenslotte het smeermiddel van de samenleving. Jammer daarom dat de VVD de solidariteitsbelasting juist wil afschaffen.

Een vriendelijk besnorde conducteur maakte ons erop attent dat er vanaf Assen geen treinen reden. Om met de fiets in Groningen te komen moesten we dus via Leeuwarden. Enfin, om drie uur waren we in Groningen, op een zonovergoten stationsplein ontmoetten we mijn vriendin Bronja Prazdny en haar coole zoon van tien, die het direct goed kon vinden met de kleine Miru.

We slenterden door een mooi stadspark, waar het festival Noorderzon nog niet vertrokken was. Mensen kijken, niet kopen. We rustten in een soort lunchroom, waar een mevrouw ons kabouterbier en ongeslepen kleurpotloden serveerde, zodat we genoodzaakt waren ons met de papegaai te vermaken. We keerden, toen het grand café zijn deuren sloot, terug naar het park voor klimrek en suikerspin. Bronja en ik spraken over het Schrijven, over de dwingelandij van uitgevers en dat je alleen personages mag ten tonele voeren die natuurlijk overkomen en waar de betalende lezer zich in kan verplaatsen. Zulks prikkelt mijn rebelse instincten: neer met het natuurlijke personage, weg met de truttigheid van literair psychorealisme en schrijvers met kekke brilletjes die ‘het leven zelf onderzoeken’. Ja toch, Joris van Os?

Des avonds fietsten we, na een lekkere vegane burger (probéér ze nou eens: je weet niet wat je niet mist) in een ‘haute friture’, dat was althans hun wifi-wachtwoord, naar een rustige wijk waar een vriendelijke couchsurfer ons verwelkomde. Susanne woonde samen met haar hond Bella, die Miru eerst de stuipen op het lijf joeg met een diepe blaf, maar een half uur later kon mijn dochter er geen genoeg van krijgen om haar zeiknatte bal naar alle hoeken van de kamer te gooien.

Ze sliep voldaan in, een angst armer, een ervaring rijker.

Geef een reactie