Wat ik ook doe, het is tevergeefs. Op de vaderlandse treurbuis, waaraan ik mij de laatste tijd via de NPO-app bezondig, zie ik regelmatig dappere dodos zitten die dingen uit de taboesfeer komen halen. Er was een meisje dat gezellig voor de camera vertelde over een zuigend seksspeeltje en het verrukkellijke orgasme dat het haar bezorgde. Depressie en de uitingsvorm suïcide worden eindelijk door ieder zinnig mens erkend als enge ziekte, bijvoorbeeld tijdens de herdenking van de drie jaar geleden overleden Joost Zwagerman. En de Belgische schrijfster Griet op de Beeck, die zo moedig kwam vertellen over hoe haar vader haar misbruikte maar in een aantal kranten flink door het slijk werd gehaald. Of Gijs van Dam, die het zo ontzettend zwaar had nadat hem een verkrachting in de schoenen was geschoven. Emile Ratelband mocht komen vertellen waarom hij zichzelf twintig jaar jonger wilde maken.
Er is aandacht voor ieders verhaal. Voor de volledigheid wil ik daar vandaag nog een variant aan toevoegen: het minderwaardigheidscomplex. Samen met haar lelijke zusje grootheidswaan verdient ze het, serieus te worden genomen. De mens die in onze cultuur zwelgt in de overtuiging dat zijn prestaties en hijzelf minder waard zijn dan de prestaties van anderen, wordt steeds hetzelfde meegedeeld: jij bent wél van waarde, met de ondertoon zeur nou niet zo. Je tekent, schrijft of speelt zulke mooie dingen. Hartstikke goed joh! Niet aan jezelf twijfelen! Lees dit boekje maar eens, dan gaat daar helemaal over. Succesvolle mensen hebben ook allemaal hard moeten werken hoor.
Dit is allemaal goed bedoeld, maar daar gaat het niet om bij een minderwaardigheidscomplex. Het is onderdeel van iemands identiteit, iets dat hij niet zo licht wil opgeven. Sterker nog, wanneer het hem door een samenloop van omstandigheden wordt afgetroggeld, keert het deste sterker terug. Zelfs zijn identiteit heeft hij niet kunnen bewaren. Die bleek als los zand en viel uit elkaar zodra hij eindelijk geloofd en geprezen werd, wat betekent dat die lofprijzingen nep waren, een therapeutische list om de minderwaardige ‘er bovenop te helpen’. Hij raakt daardoor echter alleen in een dieper dal.
We ontkennen de hardheid van onze primatensoort. Waarde is niet egalitair verdeeld. Er bestaan minderwaardige en meerderwaardige individuen, hoewel we natuurlijk terecht afspreken dat ieder mens een minimale waarde toekomt. Dat bestrijdt de minderwaardige ook helemaal niet. Zijn overtuiging is veel bescheidener: wat hij doet, zegt, en beleeft, is iets minder waard dan wat de gemiddelde mens doet, zegt en beleeft. Hij zou bijvoorbeeld graag een halve stem hebben bij de verkiezingen, of de helft van het salaris waar hem zijn doctorstitel toe verdoemt. Deze principiële bescheidenheid is consequent, want de minderwaardige wil minder invloed in alles. Hij wil als een lichtvlek een tijdlang over het aardoppervlak zweven, de belasting betalen die de meerderwaardigen hem opleggen, en zachtjes sterven.
Maar zoals iemand niet het recht heeft, zich juridisch twintig jaar jonger te maken, heeft men ook niet het recht, zijn eigen waarde juridisch als minder te laten vastleggen. Terwijl dit de minderwaardige juist soelaas zou bieden, want dan ervaart hij juist de erkenning van zijn identiteit, waar hij zo om verlegen zit.