Cursus gedichten verbeteren #8

Welkom terug bij de cursus gedichten verbeteren. Vandaag gaan we experimenteren met meertaligheid. Een gedicht vertalen naar een andere taal is een goede methode om het origineel scherp te stellen. De vertaling die zo ontstaat is dan een nevenproduct, collatoral damage. We zullen ons meestal beperken tot het Engels omdat we dat als bekend kunnen veronderstellen, maar soms doen andere talen nood, om het met een germanisme te zeggen. Het uitgangsgedicht dat ik heb gekozen heet ‘expat’. Waarschuwing: in de kantlijn van mijn versie stonden de woorden ‘bah’ en ‘ieuw’ geschreven.

expat
wij zijn etenstijd
wij klokken ons in en nestelen ons
waar geen toekomst loert

onder hoge zonnen leven wij
wij hebben geen objecten
wij nemen ons brood voor onderweg

mee, dat we aan de vogels geven
wij leven duizend levens

wij zijn aanwezigheid, wij leven
in scheuren en gleuven, als een sfynx aan de loefzijde van een zandheuvel
in Perzië, aan een fjord, in het boreale woud
in de Amazone, de toendra, in de ether, in de ruis
in de Dardanellen, de highlands, in een dampend scheepsruim, thuis.

De beelden in de eerste strofe klinken leuk maar ze slaan nergens op. Het gedicht gaat over de ervaring van de z.g. ‘expat’, oftewel de rijke westerse migrant die zich geen zorgen hoeft maken om verblijfsvergunning of inburgering, vooral wanneer het gastland zelf geen rijk land is of traditioneel opkijkt naar het Rijke Westen. De expat leeft temidden van een voor haar vreemde cultuur, die een coulisse is voor haar werkzaamheden waarmee ze doorgaans meer verdient dat de locals. Er zijn twee soorten expats: professionals die zijn ingehuurd door lokale bedrijven en zelfstandigen die het met een laptop kunnen rooien n’importe où. Dit vers lijkt over de tweede soort te gaan. De ‘wij’ (het is geen concrete groep; iedere expat werkt voor zichzelf; die spanning ontbreekt hier) kan overal werken en is zo vluchtig als de wind. Hij leeft ‘in het heden’, waar ‘geen toekomst loert’ (dat beeld eventueel vasthouden maar nauwkeuriger omgaan met de metafoor van het kijken, van de blik van de Ander. De toekomst loert en oordeelt. Deze expat wil geen hypotheek- en pensioenzorgen).

Het hoort allemaal veel fraaier en vertellender gezegd.

ik leef niet van rijst alleen

De ik-vorm is persoonlijker. Verwijzing naar een Nederlands (westers) spreekwoord waarin het dieet is vervangen. Man does not live by bread alone. Erst das Fressen, dann die Moral. onder de gore wolken / nestel ik in een hok met wifi en een stilstaande klok / waar geen toekomst loert. De gore wolken geven luchtvervuiling aan maar doen mij ook herinneren aan Dickinson’s sordid excellence. Vertaling is hier iets lastiger dus dat laten we open als opgave voor thuis. Is het hok een ‘chamber’, het loeren een ‘gaze’? Dat soort vragen maken ons bewust van wat we in onze moerstaal te berde brengen.

Dat is een realistische beschrijving van de thuissituatie van de dichter. Blijf bij je leest.

ik leef, verhang zo nu en dan een zon
in een convenience store

Ook waargebeurd. Ik zit soms in convenience stores te schrijven als het zonlicht door de ruiten valt. De kosmische metafoor geeft aan dat de auteur buiten de samenleving staat. Het beeld is bewust mysterieus met de verwijzing naar suicide: de auteur maakt niet zichzelf van kant maar het licht (van zijn inspiratie). In het Engels schreef ik over de convenience store:

I look at the plastic bottles with pink lids standing on the shelves like proud flamingos.
They are indestructible promises of freedom, their feet ringed with price tags.

Here, in this strange luminance, nothing happens.
Outside, the sky is white.
All love remains accidental, waiting for us
in polyethylene bags.

Objectpoëzie. We moeten er nu voor zorgen dat het gevoel wordt vastgehouden. De lyrische opsomming waar het origineel mee afsluit lijkt helaas geen aansluiting te kunnen vinden, dus die moeten we durven schrappen (of integreren). ik zit mijn onzichtbaarheid uit / schrijf aan de ironische gospel van de minimalist. I sit through my invisibility / writing the ironic gospel of the minimalist.

ik heb een broodmachine in mijn kleine kolonie

Dat is heldere, saaie poëzie. De expat is zo gevoelig dat hij het bezit van een broodmachine in een rijstcultuur als kolonialisme ziet. Wat een snowflake! 

en droom dat ik ergens anders ben  / in Perzië, aan een fjord, in het boreale woud
in de Amazone, de toendra, in de ether, in de ruis
in de Dardanellen, de hooglanden, thuis.

Dat kunnen we zo niet laten staan, te krampachtig. Wat wil het gedicht zeggen? Dat hij als een schaduw of ruis leeft in een vreemde cultuur. ik ben een uitspansel van angst / een vlucht voor boreaal geluk. Dat is stevige taal. Starker Tobak, zegt men in het Duits. Waar komt die angst ineens vandaan? Is het onderdeel van de expatervaring waar dit gedicht over gaat? Who cares? De dichter voelt het zo. En wat is ‘boreaal geluk’? Koel, verstild, aanwezig.

ik leid duizend droomlevens / probeer in te keren in de woorden / waar ik zo trouw verworpen word (?) / hier blijf ik ruis waar men niet van spreekt /
I lead a dream life / try to be a guest in the words / where I am rejected so loyally / here where I am noise one doesn’t speak about 
(ook hier zorgt het vertalen voor een beter bewustzijn van wat er nu eigenlijk staat.)

Het lijkt onvermijdelijk: de zelfreflectie als dichter, want dat is wat er in de ruis van het expatleven gebeurt. Het is lekker pathetisch en authentiek, maar we moeten oppassen dat het geen kitsch wordt. Schrapen we alles creatief bij elkaar dan komen we uit op:

expat

ik leef hier niet van rijst alleen

zo nu en dan verhang ik een zon
in een convenience store

in mijn kleine kolonie
staat een broodbakmachine

en onder een kapotte klok

droom ik van Perzië,
van fjorden, het boreale woud
de Amazone, de toendra, de ether, de ruis
Patagonië, Tibet, Alaska, thuis

Uw cursusleider beseft zich hoe verschrikkelijk moeilijk het is om gedichten te schrijven wanneer je de inspiratie ontbeert. Wees niet bang! Er is niks te verkwisten. Het resultaatgedicht van vandaag dient volgend jaar gewoon weer als uitgangspunt voor een nieuwe gratis cursus! Dat lijkt hard. En het is hard: urenlang voor niks zwoegen dan een lullige afwijzing. Maar daar moeten we doorheen, beste deelnemers. Dichter worden betekent hard worden voor jezelf.

 

Geef een reactie