Vandaag behandelen we in onze cursus een kort, en vanuit een bepaalde invalshoek als ludiek te kenschetsen, gedicht over substantie. We gaan erop letten dat er geen woord teveel staat.
Substantie
ik ben een middeleeuwer
geef mij substantie
ik wil substantie
geen hostie
en geen godsbewijs
ik ben de straathond
die scharrelt rond jouw huis
op zoek naar mijn substantie
doe je garagedeur op slot
want jouw nieuwe
BMW M6 G-Power Hurricane CS
die heeft substantie
en een dubbele uitlaat
Welke scholasticus zou hier worden bedoeld? Wie vond de Quinque viæ van Thomas van Aquino te ambitieus voor ons bescheiden denkvermogen? We vinden die gedachtengang in de mystiek, maar geven er hier de voorkeur aan zelf na te denken.
De hostie wordt door onze middeleeuwer niet geaccepteerd. De transsubstantiatie van de kerk is hem niet genoeg.
Een hostie is een schijf ongedesemd tarwebrood dat komt uit het Latijn
hostia betekent slachtoffer en daarom gaat met aan de wijn
heeee, hostie! hostie! even wachten….. hostie!
De straathond leidt af, we schrijven beter ik scharrel ’s nachts rond jouw huis. Welke substantie zoekt de middeleeuwer? Wat is er zo significant aan de dubbele uitlaat? Met een dubbele uitlaat kan de motor beter ‘ademen’ (de gassen kunnen de motor sneller verlaten). Een V-6 motor (of groter) heeft een dubbele exhaust manifold. Die substantie is onlosmakelijk verbonden met de dubbele uitlaat. Er is geen transsubstantiatie of godsbewijs nodig, de auto is wat het is, een mystieke ervaring als het ware…
De witregels/pauzes van dit gedicht moeten we verbeteren. Het resultaat is dan als volgt:
Substantie
geef mij substantie
ik wil substantie
geen hostieen geen godsbewijs
’s nachts scharrel ik rond jouw huis
op zoek naar mijn substantiesluit je garagedeur goed af
want jouw nieuwe
BMW M6 G-Power Hurricane CS
die heeft substantie
en een dubbele uitlaat
Commentaar is zoals altijd van harte welkom!