Welkom terug bij de cursus. Vandaag behandelen we een eenvoudig gedicht uit Tongriem 2, waarbij we moeten letten op de regelafbreking en het visuele aspect.
Ik ben jouw demon
de schepper van jouw ellendeJij houdt me voor een verschijning
een schakelfout in jouw hersenen
Maar wees gewaarschuwd:
Niettegenstaande het feit
dat ik wellicht ooit zo begon
Zul je niet uit kunnen sluiten
Dat niet jij mij
maar ik jou verzon
Het is duidelijk wat dit gedicht wil, maar er zitten wat schoonheidsfoutjes in die we eruit gaan halen.
- Loopt het metrisch overtuigend?
- Wordt het gedicht voldoende door de klanken gedragen?
- Is het visueel sterk (regelafbrekeningen, hoofdletters)?
- zijn er geen storende opeenvolgingen (bijv. “niet … niet”, “dat… dat”, “houd… houdt”)
Ik zie liever kortere regels, dat illustreert de snelheid van de gedachtengang hier.
jij houdt mij / voor een verschijning / een schakel- / fout in jouw hersenen / maar besef: / niettegenstaande het feit / dat ik wellicht etc.
Gerrit Komrij schreef een boekje ‘demonen‘; en er is natuurlijk Goethe:
Wie an dem Tag, der dich der Welt verliehen,
Die Sonne stand zum Gruße der Planeten,
Bist alsobald und fort und fort gediehen
Nach dem Gesetz, wonach du angetreten.
So mußt du sein, dir kannst du nicht entfliehen,
So sagten schon Sibyllen, so Propheten;
Und keine Zeit und keine Macht zerstückelt
Geprägte Form, die lebend sich entwickelt.
Je kan niet voor jezelf vluchten. Dat is natuurlijk ook gezegd in ons gedicht, alleen zijn we bij ons, onze eigen demon. We knikken dat het zo wel genoeg is en komen tot dit:
ik ben jouw
demon, de schepper
van jouw ellendejij houdt me voor
een verschijningeen schakelfout
in jouw hersenenmaar wees gewaarschuwd:
niettegenstaande
de oude verhalenwaarin ik zo begon
blijft het denkbaardat niet jij mij
maar ik jou
verzon
Loopt en leest het nu vlotter? Kunnen jullie iets met dit gedacht?