Cursus gedichten verbeteren #53

Vandaag verbeteren we een melancholisch erotisch gedicht dat we als enigszins verbeterbaar identificeren omdat er een metafoor in voorkomt die we kunnen volhouden om van deze pastiche iets moois te maken:

morgen ben je oud
je vouwt mijn poëzie in je rimpels
je heft je hoofd en knikkebolt
het is goed zeg je
ik vouw de stafkaart van je lichaam open
de hoogtelijnen stalken me
maar er is niemand die het ziet
ik wil weer met je aan de slag
de meetlinten heb ik al klaar
liefde is landschappelijkheid
ik heb een loodlijn, een waterpas
je kijkt me aan
ik bouw op je dij een kast voor oude boeken
die allemaal zijn uitgeleend

Het lichaam als kaart is een metafoor die vaker wordt gebruikt. Google geeft ons Nizar Qabbani: “your body is my map… / the world’s map no longer concerns me… / I am the oldest capital of sadness… / and my wound a Pharaonic engraving / my pain… / extends like an oil patch from Beirut… / to China (etc.)”

Het uitgangsgedrocht loopt alleen niet goed en de slotmetafoor slaat de lyriek dood als staal bier.

je dij is stukgelezen / je borsten beduimeld

Het is te gemakkelijk. We willen iets van het spanningsveld tussen wanhoop en leven-vierende melancholie hoorbaar maken.

ik ga weer met je aan de slag / we zijn elkaars pose, een verlate waarheid die ons voetspoor vond / stil, het misselt al
het naakte licht egt onze huid / we vouwen elkaar op als een dimensie, kloppend voor de fysica

Het is saai wanneer we zo’n metafoor door blijven zetten, alsof de lezer niet zélf haar verbeelding mag laten werken. Misschien iets om af te leren? Een gedicht als dit heeft baat bij woordmagie (maar niet die oude boeken / die allemaal zijn uitgeleend, dat klinkt niet)

ademhuilen / bloedverdriet / zinnezingen / onder een lange boog, ons gemiddelen / huiverstil, doorroofde tijd
onze lichtmetalen ringen, onze vingers dromerig verstrengelen, tikken tegen elkaar / 

Dat lijkt genoeg materiaal. Daarmee ‘bouwen’ we het volgende resultaat:

later

we zitten naakt op een laat uur
ik wil weer met je aan de slag
neem je vingers vast
stil, het misselt al

het naakte licht egt onder onze huid
een oude waarheid komt,
zij zaait ons wildpad in

huiverstil lig je op een stukgelezen dij
ik reis langs de hoogtelijnen van je lijf
en hoor je zinnezingen

o doorroofde tijd
oo getik van lichtmetalen ringen

Is het verbeterd? Wat mij betreft zie ik liever dit op mijn grafsteen gebeiteld dan het uitgangsgedicht. Commentaar is zoals altijd van harte welkom!

P. S. De auteur schrijft “Olympische poëzie”; middels een poëzieroutine doet hij een poging ‘op te klimmen’ tot het onmogelijke ‘beroep’ van dichter. Waar anderen in de schaduw van hun hoofdactiviteit verzen maken, experimenteert hij met de poëzie als substantie, de overige activiteiten zijn aankleding: activisme, romans, essays, geldwerk, muziek. Geniet van de tragedie, dat hij de kwaliteit nét niet heeft (dat weet hij zelf ook wel hoor) maar dat we niet kunnen zeggen waar nou precies de vonk ontbreekt. Dat is ook de tip van vandaag: trekt u zich daar niks van aan!

Geef een reactie