Cursus gedichten verbeteren #68

Welkom bij het verbetergedicht van deze week. Zoals beloofd gaan we uit van een iets ambitieuzer gedicht dan de vorige keer, dat we speciaal voor deze aflevering schreven.

dat grijs staat je
constateerde mijn kapper

ik wil mijn gezicht in een berg vouwen
want bergen sterven zo mooi

een geologisch sterven van een kwart
miljoen jaar

de bergen zijn mijn bondgenoten
fluister tegen de rotsen

ik stel me de vrijheid van mijn organen voor
hun opstand, de vuisten onder mijn huid
hoe ik ze uitbuit, een formule die we ijverig
naar buiten herhalen

wie maakt er nog gewag van mij
er vaandelt angst onder mijn tong
die me risselt uit mijn stachelslaap

Wat wil dit gedicht vertellen? Kan de lezer het mee ‘voltrekken’? Versterkt de inhoud van dit gedicht de vorm? We moeten zo’n gedicht, dat tijdens een bergwandeling rond het beeld van versmelten met een berg is ontstaan, eerst helemaal in ons opnemen. Alle aspecten van het geologisch sterven in onze vingertoppen voelen. Daarna zijn we in staat om te beslissen wat er moet worden gezegd en wat verzwegen blijft.

De vrijheid van de organen lijkt een willekeurige wisseling van onderwerp, en in zo’n geval vragen we naar de nexus. We zien een contrast tussen vrijheidswoede en ‘geologisch sterven’, dat echter nog beter moet worden uitgewerkt. De laatste paragraaf waarin de auteur lijkt bang te zijn om in vergetelheid te raken, is door de grote Amerikaanse dichter W.S. Merwin beschreven. Het hoort in dit gedicht niet thuis. We zouden iets verwachten als

vrijheid die langs de rotsen rint

Maar het moet ingetogener. De poëtische ervaring was echt, de auteur wílde zijn gezicht met een berg vergroeien.

een morgennevel kranst om mijn berg. Zoiets. Maar wat zégt de berg? Heeft niet iedereen zijn eigen beeld bij een berg? Kunnen we dat expliciet maken?

dat ik kan spreken over de bron van een rivier die mijn rotsen slijpt / maar jouw berg is een andere. Wat weet ik van de flora, fauna, de mineralen, de boomgrens? Alleen de klank “berg” verbindt ons, lezer.

lijkt wel op een berg. maar ook op een frietvorkje waar de twee uiterste tanden zijn afgebroken, zodat het op een middelvinger lijkt. Of de drietand van Poseidon.

Ik wil leren berg te zijn, bedenk ik bij de kapper. Ik denk hoe vaak ik in mijn leven nog naar de kapper moet, hoe mijn hoofd op het laatst, kaal is als een bergtop. Zo demonstreren we de onontkoombaarheid van metaforen waar dit gedicht over gaat. Te simpel? Wat als we gewoon ons best doen met de bergmetafoor? Een berg sterft door de formatie van een nieuwe berg.

De angstige man bij de kapper mag zijn stachelslaap behouden. Hij is grijs aan de slapen, het grijs is rots, de rots is berg, de berg is de stille eenheid van leven en dood. Er maakt niemand meer gewag van hem, hij klakt met zijn tong (dat vind ik leuk, het is bijna-communicatie, en er bestaan natuurlijk de Khoisan kliktalen in zuidelijk Afrika). Zo’n beeld is exact: de ik zit in een kappersstoel en doet ‘klak’, hij heeft lak aan een gesprek met de kapper, meneer vindt zichzelf daar te berg voor.

We kunnen nu het gedicht opschrijven.

Berg

grijze slapen staan u
goed, constateert mijn kapper

ik knik in de spiegel en stel
me de vrijheid van mijn uitgebuite organen voor
hun opstand, de opgeheven vuisten
onder mijn huid,
hoe ik hun formule gebruik

ik wil mijn gezicht met een berg vergroeien
want bergen sterven zo mooi

er kranst een morgennevel om mijn berg
de bron van een vrije rivier ontspringt er
in de bomen ritselen bergdieren, een bergmeer
ligt naar boven te staren, overal rint ijskoud water
over een steile rotswand rinkelen geiten

lezer, wat weet ik van jouw berg? ik kan jouw berg
niet zien, ik weet niet wat er groeit, hoe het er ruikt
wie de dieren zijn, waar de boomgrens is
over jouw berg kan ik niet schrijven

het is alleen de klank “berg” die ons hier verbindt

de kapper legt mijn hoofd schuin en terwijl hij knipt bedenk ik
hoe een berg sterft door de formatie van een nieuwe berg

ik knik en klak met mijn tong naar de haargrens

mijn kapper leidt me naar de kassa
hij maakt gewag van mij

Het is nu een helder gedicht waar de auteur zelf tevreden mee was, maar voor andere ogen is het wellicht slaapverwekkend. Laat het weten!

Geef een reactie