Nederland in de zomer

De taferelen die ik, indachtig de vuige uitlatingen op Twitter die ik ter voorbereiding van mijn reis naar Nederland had doorgenomen, in Nederland mocht aanschouwen, verrasten mij op zeer aangename wijze. Langs de Vegt en in het Groene Hart voeren ronde gevaarten waarvan er sommigen beslist van een tapkraan waren voorzien, met joelende studenten. Op andere scheepjes zonden beeldschone jonge vrouwen, bekeken door de schone jongelingen op de terrassen waar zij langs voeren, als een groep verstilde sirenen die iedere toeschouwer in de ban rukt van de gedachte dat de wereld reeds volmaakt is.

Ik had een fiets geleend van mijn broer, enkele dagen nadat we op Schiphol waren geland. Mijn broer gaat in september trouwen en we wilden ruimschoots van tevoren aanwezig zijn, temeer omdat ik weet dat het in de zomermaanden, ondanks de niet aflatende jeremiades over hitte, haat en hebberigheid, goed toeven is in Nederland.

Ja, het mag gezegd worden: een verblijf in de Lage Landen stemt vrolijk. Zo zat ik vorige week in de Pijp voor een koffietentje dat weliswaar deel was van een keten, maar er heerste een gezellige, persoonlijke sfeer. Een geslaagde synthese, waarvan ik oprecht genoot, zittend in de zon voor het hoekpand naast een facebook-vriend die zich voor de gelegenheid gematerialiseerd had. Hij haalde binnen koffie, terwijl ik buiten afstand hield.

Ons gesprek ging over de naïviteit van de nieuwe positievelingen à la Steven Pinker, die geen gelegenheid voorbij laten gaan om ons in te peperen hoeveel vooruitgang we boeken (kijk maar naar kindersterfte, welvaart, levensverwachting en infectieziekten). Deze goedbedoelende en heel hard werkende witkijkers zouden ongewild een te rooskleurige bril opzetten, en ongevoelig zijn voor het soort wijsheid dat we kennen van (Marxistische) historisering.

De kwetsbare synthese van het koffietentje zou ondermijnd kunnen worden wanneer het publiek, dat steeds fanatieker op zoek lijkt naar ‘identiteit’ weer vatbaar wordt voor ideologie. Noch voor de proletariër, noch voor de snob, volstaat het compromis: de eerste kiest voor de goedkoopste koffie die hij met zijn kameraden drinken kan, de tweede wil een etablissement dat uniek is en hem met die eenmaligheid troost en een goed geweten schenkt.

Maar het is te heet voor dat soort speculatief gemompel. En ik vind het ook te heet voor de opnieuw oplaaiende clash-of-civilizations-discussie. Net als de gerenommeerde socioloog Eric C. Hendriks ben ik er wel klaar mee. Maar ik heb misschien makkelijk praten vanuit een ingeslapen Brabants dorp waar grijze koppen met rust, reinheid en regelmaat genieten van ongekende materiële overvloed – en een voor stedelingen ongekende schaarste aan allochtonen of relschoppers.

Op Twitter is de Haagse Schilderswijk reddeloos verloren, en heerst er een grootmoefti die allang met zijn perfide strijders in het Binnenhof is geïnfiltreerd en ieder moment een staatsgreep kan plegen. Godzijdank hoef ik niet alles op Twitter te geloven en blijf ik tot nader bericht fijn in de schaduw van mijn overtuiging dat het allemaal wel mee zal vallen. Laat #teambromsnor (dixit @donarturito) maar gewoon zijn werk doen en het zal mijn tijd wel duren. Als ze die verplichte ramadan nog maar even weten afhouden.

 

 

________________________
Afbeelding Wikipedia

Geef een reactie