Cursus gedichten verbeteren #83

Welkom vandaag bij een soort grafschrift van een dichter die de draak met zichzelf en de lezer wil steken. Dit lukte in het uitgangsprul niet, maar daar gaan we hier wat aan veranderen.

Moloch whose breast is a cannibal dynamo!

Dit is het graf van de dode dichter
dit is de plek waar hij de nacht en zijn beeldspraak doorhaalt
hij ademt niet meer en het spreekwoordelijke licht is uit zijn ogen maar dat dondert niet, hij ligt hier en weigert
het witte licht, dat hem onzichtbaar maakt.

De Straßenbahn zwengt door de straten bij dag
een man met een fles bier brengt een ode
aan de stad, ik had net gelezen dat openbare
dronkenschap verboden is maar dat dondert
niet en het meisje met de open knieën
glimlacht.

Daar, in die scène, bevond ik mij dus vandaag.
Een scène die zonder mij niet had bestaan
en die nu allang bedolven is onder andere.

Ik leef in een bibliotheek waar ik de weg niet weet
als een knaagdier dat zijn warmte zoekt kruip ik achter
Goethe

misschien ben ik uw tijdgenoot
misschien ben ik al langer dood

ik draag mijn droom op aan jouw dageraad
maar ik heb me vergist. Ik kan zo diep niet graven

voordat ik weer ga voelen hoe gigantisch alles is
maak ik mijn rits open en pis

De quote van de beat-dichter Ginsburg is misplaatst. Het gedicht komt voor als een samenraapsel van losse spitsvondigheden, wat er gezegd wil worden (waarom het verbeterbaar is) is natuurlijk het spel met de onmogelijkheid van een gesprek tussen de dode dichter, de schrijvende dichter, en de lezer. Die driehoeksrelatie had beter uit de verf moeten komen. Het lekkere van deze cursus is dat we niets afschrijven zoals strenge jury’s en professoren. We verbeteren gewoon, en schuiven het resultaat door naar een volgende verbeteraar. Ad infinitum!

Het doorhalen van nacht en beeldspraak is flauw. De eerste strofe moet preciezer (en die lange regel is ook overbodig). De straatscène in Berlijn hoeft niet weg, maar wees wel duidelijk dat de begraafplaats van bijvoorbeeld Hegel en Heine zich in de buurt van die bibliotheek bevindt. Ik weet niet of het knaagdier iets bijdraagt – denk aan onze driehoeksverhouding en verbeter.

Er lijken twee eindes te zijn. Kies er een en werk die nauwkeurig uit. ik draag mijn droom op aan jouw dageraad / bedenk voor mij dat alles gigantisch is / als je straks je rits open maakt en pist (pist op het graf?)

Met de Straßenbahn bezoek je dit graf
je glimlacht naar de man met de fles
en het meisje met de open knieën

De mededeling dat de scène zonder mij niet had bestaan vervangen door: maak dat die scène bestaat. Het wordt een oproep aan de lezer om zich te positioneren in die driehoeksrelatie met de sprekende en de begraven dichter. De bibliotheek mag dan weg. De ritmische 2 regels over de tijdgenoot worden (nog duidelijker) grafschrift: lees dit.

Dit levert ons na nog wat gepeins op:

misschien ben ik uw tijdgenoot
misschien ben ik al langer dood

Dit is het graf van een dode dichter
hier rust zijn beeldspraak
hier ademt hij niet meer en hier
weigert hij het witte licht, dat hem onzichtbaar maakt

Met de Straßenbahn bezoek jij dit graf
je glimlacht naar de man met de fles
en het meisje met de open knieën
je maakt dat die scène bestaat

Als je bedenkt hoe gigantisch alles is
draag ik mijn droom op aan jouw dageraad

Heerlijk kitschig einde, of niet? Voor commentaar ben ik u zoals altijd erkentelijk!

Geef een reactie