Het is in tijden waarin het gevaar van nepnieuws constant op de loer ligt, een aangename luxe om zomaar een stuk te schrijven, zonder de pretentie om je te mengen in het Grote Debat en de verplichting om een nauwkeurig afgebakend onderwerp te vinden. Het is een voorrecht om mijmeringen neer te schrijven vanaf een denkbeeldige zijlijn, zonder dat je tot één van de supportersgroeperingen wordt gerekend.
Een jaar geleden reisden we vrij rond in Azië, ontdekten er fantastische plekken en ontmoetten er lieve mensen. Afgezien van kiespijn, die echte concentratie te vaak vergalde, was het er goed toeven. Waren we er maar gebleven, ginds hebben ze het coronavirus netjes onder controle, kijk maar naar het echte nieuws uit Vietnam, Thailand, Taiwan of China zelf. Maar we zitten hier, omdat huurwoningen schaars zijn en er grootse en meeslepende voorwaarden aan zijn verbonden, noodgedwongen bij familie in een tweede huisje dat zij op het perceel hebben staan. In een achterhuis dus (letten we even op, Willem Engel?)
We toeven en schrijven hier goed. Ik heb mezelf tot doel gesteld om voor te zomer (of het verwachte einde van de pandemiemaatregelen) in Nederland een identiteit als ‘schrijver’ te erarbeiten. Dat betekent dagelijks veel schrijven, alle mogelijke tijdschriften en uitgeverijen aanschrijven, op schrijversplekjes de neus laten zien, “en nog veel meer”. Dat is mijn focus 2021, en wat is jouw focus 2021? Waar gaat jouw hart sneller van slaan? Klik nu op onderstaande link om meer te weten te komen over…
Commercie lijkt de enige omgangsvorm met vreemden in dit land. Er is te weinig warmte, en, ha! teveel gezeur. Als je een mooi boekje schrijft moet het gaan schuiven, alles moet schuiven, waarde is first and foremost een commercieel begrip, enfin u kent de jeremiade zo langzamerhand wel. Nederland is een handelsnatie waarin slechts plaats is voor één soort arrogantie: die van financieel bezit.
Er waren vele onderwerpen waarover ik ‘een duit in het zakje’ wilde doen: het lot van de boekhandels, het mRNA-vaccin dat te langzaam wordt uitgerold, de bestorming van het Capitool door niet-Antifa antihelden, de inauguratie van oude gezapigheid in het Witte Huis in tijden die daar veel te turbulent voor zijn (al neemt Biden wetenschap serieus, dat is pure winst), de Britse variant, de Zuid-Afrikaanse variant, de ban van Xinjang-katoen in de VS, de tweede impeachment van Trump, de mevrouw in de federale dodencel die op de valreep wordt geëxecuteerd, en nog tientallen andere ‘zaken’, zoals de volksmond zegt.
Ik had ooit een oma die overal over wilde kunnen meepraten, alsof daar je waarde als burger vanaf hangt. Misschien doet het dat ook in tijden van nepnieuws. Als je niet mee kunt praten, lijk je zelf nep. Als je een duidelijk, intern consistent en krachtig verhaal kunt vertellen, schijn je minder nep. Mensen die die schijn niet kunnen ophouden zullen langzaam vervagen, als woudgeesten in de nacht.
Een goed voornemen voor 2021 is om ons weer eens te concentreren op schoonheid (niet “dingen”, of “zaken”, maar simpelweg het moois in onze verbeelding dat we onderdrukken “omdat er toch niemand om geeft”). Ik ga nu verder werken aan mijn roman, daarna nog een paar gedichten. Het is niet commercieel, dus strict genomen amoreel (“je draagt niet bij”). Ik zie het eerder als lekker stout.
Een prachtig jaar iedereen!