Zeer kort verhaal: Spiegel

Op het internet vond ik een prinsessenspiegel, gratis af te halen. Omdat ik bezig was met de inrichting van de kamer van mijn dochter, besloot ik om het ding in huis te halen. Ik vergat echter de afspraak die ik met de verkoper had gemaakt, hetgeen ik danig berouwde, waarna ik de man opbelde en hem mijn excuses en tien euro aanbood voor de spiegel, die ik een dag later zou komen ophalen. Toen ik een dag later op mijn fiets stapte en ik om de spiegel af te halen voelde ik me ethisch brandschoon terwijl ik, en ik nam de spiegel aan van een vriendelijke jongeman die bezig was de inboedel van zijn oma te verkopen aangezien zij niet langer in het riante apartement op vier hoog kon blijven wonen, en ik nam de spiegel mee op de fiets, waar ik hem met een touwtje aan vastbond. Zo reed ik met de spiegel door ik op weg naar huis en ik, ik, krrrrrrrrrrrrrrrrrrrr, ik, ik ik, ik.

Het is allemaal al eens gedaan. En bovendien kan GPT-4 dat veel beter, impressionistische verhalen schrijven.

De prinsessenspiegel was niet echt mooi. Bij het parkeren van mijn fiets had ik de spiegel in gedachten verzonken schuin tegen mijn fiets gezet. Toen ik deze op slot probeerde te zetten, en het slot gaf niet meteen mee, maakte de fiets een kleine ruk en viel de spiegel plat op de grond, kapot. Aan diggelen. Ik was enkele seconden beduusd over dit ongemak, maar herpakte mezelf vlug.

Het bekroonde de geschiedenis van deze aankoop. Aan diggelen: wat een prachtige uitdrukking! Alles is ijdelheid, zoals de prediker zegt. Het is ijdel om te verlangen naar een spiegel: zij zal enkel je vluchtige beeltenis weerkaatsen. En het is nog ijdeler iemand anders een spiegel geven. Wat doen we hier nog? In een wereld waarin schrijven allang achterhaald is? Maar wat moet ik dan? De computer vragen of hij de emotie die ik had bij de kleine tragedie met de spiegel beter kan reconstrueren? Ho: deze emotie vloeit over in mijn poging hem te reconstrueren. Het gaat om menselijke moeite, effort.

Onze blik verschuift. Het verhaal is een token van de moeite van het schrijverorganisme, die doelbewust deze tekens heeft geproduceerd in een proces dat we kennen als flow. Iedere woordketen hier kan uiteraard ook door AI worden geproduceerd (en dat voor aanzienlijk geringer aantal watt), maar

Moeten we als mensheid genoegen nemen om te leven op die puntjes achter maar? See what I did there? Isn’t it glorious, if thoughts can dance?

Maar we zijn er nog niet. Op de spiegel zaten een heel stel prinsessenstickers geplakt, die ik bij de glasbak van de scherven aftrok. Toen ik de spiegelloze lijst en de stickers aan mijn dochter gaf, zei ze droog dat ze helemaal niet van prinsessen hield. De ’tragedie’ van de spiegel kreeg een derde act en dit maakte me opgewekt. Geen King Lear maar een Midsummer Night’s Dream. De houten lijst staat nu op mijn dochters kamer. De leegte van de spiegel is opgevuld met haar tekeningen. De prinsessen heeft ze aan een vriendinnetje meegegeven.

En dat brengt ons bij de moraal van het verhaal. AI, wat is de moraal van mijn verhaal? Wat moet ik ermee willen zeggen? Is het ijdel om nog verhalen te willen schrijven, en deze dan ook nog met zwakke Shakespearereferenties op te leuken?

Of maakt dit korte verhaal kans om input te zijn van een nieuwe AI, die dit stuk hier kan herschrijven met beter passende Shakespearereferenties, of een verwijzing naar Tsjechov? Wat staat er eigenlijk nog ‘op het spel’ in zo’n verhaal? De speelse, doorleefde uitdrukking van de wet van Murphy, nota bene toegepast op het object spiegel – welk effect heeft dat? Doet het ertoe dat het is geschreven door een organisme net als jij (we nemen voor het gemak aan dat de lezer gebaseerd is op koolstof en niet op silicium)? Maar waarom zouden de triljarden (!) recombinaties van een neuraal netwerk met backward propagation geen belevingswereld zijn, net als die van jou?

Ja, dat zou kunnen. Maar dat was juist de reden waarom de spiegel in het verhaal, en in het echt, moest zijn gebroken.

Geef een reactie