Brussel – Tournai

Simpelweg een stuk schrijven kan ons verlangen naar ultieme doelmatigheid wat vertragen. Nu ik uit de kast ben als schrijver, voel ik me rustiger. Er is geen wereld om op te bouwen – er is alleen een wereld om niet te vernietigen, en een wereld die we kunnen ervaren ’teneinde’ die ervaringen te delen.

Het plaatsje Tournai (Doornik) is een mooi middeleeuws plaatsje aan de Franse grens, niet ver van Lille en veel te onbekend onder Hollanders. In het prachtige jaren-twintig-interieur van een boulangerie bestelde ik een kop koffie en een pain au chocolat. Een kort gesprek over het plaatsje met de dame aan het marmeren tafeltje naast me, maakte me gelukkig. Ik kom inspiratie halen op deze reis, legde ik uit in hakkelend Frans.

Die inspiratie komt niet van een grondig onderzoek van zo’n plaatsje, alsof we de essentie ervan willen vastleggen. “Wist u waar Tournai in de Middeleeuwen zijn rijkdom aan te danken had?” Vroeger voelde ik me schuldig wanneer dit soort dingen me zo weinig interesseren dat ik genoegen neem met het woord “tapijtweven”, ergens op een informatiebord, en dat het historisch inadequaat is kan me weinig schelen. Hoe voelt het er nu? Voor het monumentale stationsgebouw zijn werkzaamheden, de kathedraal wordt gerenoveerd, de Grote Markt is opengebroken. Europees geld, vertelde een man met een laptop in de boulangerie.

Met Kortrijk, Roubaix en Lille vormt het stadje een metropool en er wordt heel veel georganiseerd op cultureel gebied, maar ik heb de indruk dat er een achterhoedegevecht wordt geleverd tegen de onvermijdelijk oprukkende economische malaise. Aan een ander tafeltje eet een oudere dame een taartje en leest een krant. Ze laat me een cartoon zien over corruptie in de Oekraïne en begint over haar reizen te vertellen. Ik luister. Ze was drie toen Hitler, u weet wel, en haar bonfrère was in de résistance voordat ze hem hebben opgepakt. Rusland is mooi nu, en rijk! Met de trein ben je nu in slechts vier uur van Moskou in St. Petersburg, vroeger deed je er een hele nacht over. En de winkelstraten zijn er net als de Champs Élysées. Gelukkig heeft die generaal geweigerd Parijs te vernietigen in de Tweede Wereldoorlog. Ze bleef vertellen, een fragiel staketsel van harde associaties en ik bleef luisteren. Wat is een mens? Zo kwetsbaar!

De enige manier om te schrijven is volledige anarchie – en een lange neus maken naar de mensen toe die zeggen “that’s just typing”. Ik wilde melden dat we de zorgen om onvolkomenheden op welk vlak dan ook moeten vervangen door nieuwsgierigheid.

Deze reis is een poging tot genezing. Ik moet volledig tevreden leren zijn met wie ik nu ben, als schrijver die jarenlang probeerde te schrijven en door chronische pijn van zijn betere concentratie werd beroofd. Voordat ik als een soort fenomenologisch journalist indrukken scherp kan vastleggen, moet ik 24 uur pijnvrij zijn. Daar bid ik voor, daar leef ik voor.

Geef een reactie