Verontschuldigingscultuur

Wanneer iemand op de treurbuis komt vertellen dat hij het met een bepaalde meerderheid oneens is, voelt ze zich gedwongen een verontschuldigende toon aan te slaan. De meeste mensen hebben niks tegen religie “zolang je het maar niet aan anderen opdringt” dus moet een atheïst, wil hij enig uitzicht op succes hebben, de Verlichting op mea culpa-toon komen verdedigen.

De meeste mensen eten gewoon bijna iedere dag een lekker stukje vlees, dus haast Groenlinkser Jesse Klaver zich om te zeggen dat ook hij wel degelijk vlees eet. Iedereen die een keer iets aardigs doet voor een vluchteling, voert tot zijn verdediging aan dat hij geen naïef Gutmensch is. Aan de andere kant verontschuldigt zelfs de grootste racist die ik op Facebook ken zich voor een plaatje dat hij deelde, omdat het toch wel iets te ver ging. Op dat plaatje was Adolf Hitler afgebeeld met het onderschrift “miss me yet?”

We behandelen elkaar in de media, en vooral in de online media, als vluchtelingen.

Na de aanrandingen in Keulen tijdens de jaarwisseling en de verhitte berichtgeving daarover, begint er zich een patroon af te tekenen. Wat je ook zegt, je mag niet zeggen wat je denkt. Wat je ook denkt, je mag het niet zeggen op straffe van stigmatisering. We behandelen elkaar in de media, en vooral in de online media, als vluchtelingen. Er zijn slechts twee kampen in het nu vruchteloze land dat ooit evenzovele meningen als inwoners had. Nuance is verdoemd tot de zandwoestijn, en de kampbewoners zullen hun handen niet naar je uitsteken wanneer je je buiten de hekken waagt.

Ik babbel mee met rechts en links. “Ja”, roep ik omdat ik bepaalde argumenten overtuigend vind, “natuurlijk is het de achterlijke, politieke godsdienst islam. Die zie ik, met Afshin Ellian of Ayaan Hirsi Ali, het liefst verdwijnen.”
“Ja”‘, roep ik ook omdat ik andere argumenten overtuigend vind, “we kunnen best meer vluchtelingen opnemen. Gesteld natuurlijk, dat we ze aan een vleeskeuring onderwerpen.” Hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Nationalisme is zo negentiende-eeuws. Voor geopolitieke rechtvaardigheid en relatieve stabiliteit in “de regio” (een ander woord voor Midden-Oosten) zal het Westen rijkdom moeten afstaan. Dat kan alleen wanneer er een einde komt aan de oneindige-groei-economie, die – en dát wil wat zeggen – nóg achterlijker is dan sommige aspecten van de islam.

Zo tracht ik mijn schuitje recht te houden en de klippen te omzeilen, opdat ik ooit op de hoge rots van de Waarheid te pletter mag slaan.

Ik voel geen drang om me voor mijn mening te verontschuldigen. Ik eet bijna nooit vlees, vind vluchtelingen lief, vind de islam kut, en val dus buiten de twee kampen. “Voorbij het eigen gelijk” of “Frontaal Naakt” is makkelijk wanneer je stiekem maar één mening verdedigt met je schriele armpjes, en keurig een links dan wel rechts georiënteerde doelgroep op zijn wenken bedient. Op “GeenStijl” is heel duidelijk afgebakend wat wél en wat niet welkom is, het is het spiegelbeeld van een Maoïstisch propagandablaadje.

Kortom, het is niet eenvoudig, laat staan winstgevend, om heden ten dage een mening te hebben die nog niet is gestold. Als je links én rechts blijft lullen, zul je nooit je zakken vullen. Je bent al je tijd kwijt met het uitspreken van je verontschuldigingen naar beide kampen en het ontwijken van de rotte eieren. En uiteindelijk denk je “laat ook maar” en kies je voor emigratie. Als je koffers zijn gepakt en je bibliotheekabbonnement is opgezegd, geef je nog een trap na en mompelt verzuurd, dat we leven in protofascistische tijden. Het woord is m’n bek nog niet uit of er steken al gure winden op.

Geef een reactie