EU-gewauwel

In een slecht geschreven opiniestuk voor NRC Handelsblad breekt de Franse EU-journalist Stéphane Alonso een lans voor minder polarisering, meer compromissen en meer blind vertrouwen in de Brusselse bureaucratie. Hij begint zijn relaas met de constatering dat alles wat de onderhandelingstafel schuwt ‘anti-politiek’ is. Hysterie zou de norm zijn. Het volk zou, gevoed door angst en wantrouwen in de ‘politieke klasse’ in de armen rennen van viriele populisten die met loze beloften zorgen voor gevaarlijke polarisatie.

Om zijn betoog een intellectueel tintje te geven komt hij met Hofstadter, die gezegd heeft dat een maatschappij niet zonder een breed gedragen consensus kan, waarbinnen er dan ruimte voor conflict is. Dit herinnert me aan een wijd verbreide meme van Noam Chomsky: “The smart way to keep people passive and obedient is to strictly limit the spectrum of acceptable opinion, but allow very lively debate within that spectrum….”

Vervolgens is Robert Schuman, een van de founding fathers van de EU aan de beurt, de ‘compromismachine bij uitstek’. Met elkaar in dialoog gaan zou het tegengif voor conflicten (bedoeld is: oorlog) zijn. Dat wordt nu allemaal te grabbel gegooid, en niet alleen door populisten als Thierry Baudet. Zelfs Greenpeace maakt zich schuldig door voorbarige conclusies te trekken over TTIP.

Een kwalijke misvatting: door verbale conflicten uit de weg te gaan en als Brusselse bureaucratie de alleenheerschappij over “compromissen” op te eisen, worden conflicten die niet meer met woorden zijn op te lossen alleen maar waarschijnlijker.

Het is de goedkope retoriek van iemand die de EU in haar huidige, ondemocratische vorm (technisch: de Europese Raad en de extreem obscure Eurogroup hoeven geen verantwoording af te leggen aan het parlement en de Europese kiezer), voor onvermijdelijk houdt, waarschijnlijk omdat hij “dingen heeft gehoord en gezien” in Brusselse wandelgangen. Het artikel gaat niet op het inhoudelijke debat en de redenen van de nay-sayers in – de auteur vermijdt zelf juist de conflicten. “Politiek” is voor hem het technocratische proces van de Brusselse bestuurders. De verontwaardiging van burgers over TTIP, dictatordeals, de obscuriteit van Brussel doet hij af als anti-politiek. Een kwalijke misvatting: door verbale conflicten uit de weg te gaan en als Brusselse bureaucratie de alleenheerschappij over “compromissen” op te eisen, worden conflicten die niet meer met woorden zijn op te lossen alleen maar waarschijnlijker. En dat klinkt ons historisch onaangenaam vertrouwd in de oren.

Ik snap de frustratie van een EU-insider die dagelijks kritiek moet verduren die te kort door de bocht is, maar onze repliek op zijn anti-polarisatie pamflet is in eerste instantie dat sommigen van de als “radicaal” gehekelde standpunten, juist de bakens van een democratische samenleving zijn. Wanneer we die negeren en de stuurloze schuit van het neoliberalisme verder buitengaats laten varen, hebben we onze democratische grondwaarden opgegeven. In het geval van TTIP: democratische zelfbeschikking van de burgers en niet buitenlandse corporations (ik vraag me af of deze meneer wel begrijpt wat CETA en TISA precies inhoudt). In het geval van Turkije journalieke vrijheid. Democratie is dan nog slechts droogzwemmen, alle wezenlijke beslissingen worden door ondemocratische structuren, namelijk corporations, gemaakt en journalisten krijgen niet eens de kans deze processen fatsoenlijk te verslaan.

De olifant in de kamer is natuurlijk de dwang van het neoliberalisme en de retoriek van de ‘alternatiefloosheid’.

Dat werkt polarisatie juist in de hand. Sommige historici zien de noodzaak van een volgende gewelddadige revolutie. Compromissen sluiten onder het mom van respect voor het harde werk van het ondemocratische ‘Brussel’ is kortzichtig wanneer de ‘volonté generale’ (Rousseau) als “anti-politiek” monddood wordt gemaakt.

Wanneer deze meneer de polarisatie niet zint, zou hij zich eerst eens moeten bezinnen op het ‘project Europa’. Europese samenwerking en dialoog voorkomt oorlog, volgens de goede oude Schuman. Maar tussen onafhankelijke landen, die niet zijn gebonden aan de quota en dictaten van Brussel is er juist meer dialoog mogelijk. Er is een prima dialoog met Noorwegen en IJsland, waar de EU-landen veel van leren.

Het punt is: economisch gezien is een totale Exit van de EU volgens de experts catastrofaal.

Daarom moet de EU zichzelf opnieuw uitvinden, en dat kan alleen door een radicale benadering zoals die van diEM, de ‘democracy in Europe Movement’ van de herboren Griekse minister van financiën Yannis Varoufakis. Zijn visie is om de zittingen van de Eurogroup live te streamen en toe te werken naar echte Europese verkiezingen ter vervanging van de ongekozen, topzware bureaucraten die naar de pijpen van de ’troika’ (de ECB, het IMF en de Europese Commissie) dansen.

Geef een reactie