We waren omhoog geklommen op de hemeltrappen met aan weerszijden de twaalf astrologische nutsdieren in fonkelwit gips, en bevonden ons op een keurig betegeld plateau, samen met een huizenhoge witte Boeddha. Mijn dochter van vier was onder de indruk van zijn grote oren en dikke buik, dus ik stelde haar, om haar onderzoekersgeest te stimuleren, voor om ook de achterkant van het gevaarte te bekijken. We liepen over de hete tegels naar de achterzijde van het beeld, waar we in de koele schaduw neervlijden en onze blikken richtten op het hoofd van de Verhevene.
In stilte aanschouwden we Zijn Heilige Witheid. Mijn meisje vroeg zich af waarom het aan de onderkant zo dik was.
“Meneer Boeddha heeft een dikke kont!” riep ze. Ik dacht wat Gautama zaliger er zelf van gevonden zou hebben. Miru heeft tijdens deze vakantiereis reeds langs meerdere vergulde collega’s van de Grote Witte gedanst, waarschijnlijk haar voeten niet zelden in Zijn richting strekkend, wat een faux-pas is in de Boeddhaverering. Maar ze mag ‘m wel. ‘Die meneer Boeddha’ maakt, wanneer zijn beeltenis voor ons opduikt, haar kindertong los en ze begint over haar kennis van het Boeddhisme, waarvan tot dusver de dikke kont van zijn oprichter het kroonstuk vormt.
We begonnen onze reis in Bangkok, waar de voorbereidingen werden getroffen voor de crematieplechtigheid van Koning Bhumibol, waarover ik op dit moment nog geen grappen kan maken aangezien ik me nog in Zijn land bevind en dus de mogelijkheid bestaat dat, wanneer men de woorden ‘bloembol’ of ‘bamibal’, voorzien van enige uitleg, in het Thais vertaalt, ik bij de douane mag overgaan tot het betalen van een sappige boete dan wel het bijwonen van voornoemde plechtigheid vanuit een zweterige politiecel zonder airconditioning.
Enfin, vanwege de uitvaart van monsieur le Roi draait het uitgaansleven op halve kracht en kan men in de anders zo riante Thaise glimlach iets van melancholie bespeuren. Hier in onze bubbel in Noord-Thailand, waar we vanuit de hoofdstad met een bus heen zijn gekard, merken we er weinig van, omdat het hier stikt van mensen die ook niet Thai zijn en dus niet recent een vader des vaderlands hebben verloren. Het zijn prachtige dagen: ’s ochtends schijnt de zon en nodigt ons uit voor een tochtje naar een waterval, grot of uitzichtspunt op onze scooter. ’s Middags krijg je een oplawaai van een wolkbreuk als je dom genoeg bent je te laten verrassen, maar de lucht is daarna zo heerlijk fris. En ’s avonds wordt er voor een zacht prijsje héérlijk eten geserveerd in talloze lieftallig gedecoreerde restaurants. En dan zijn daar nog de natural hot springs en de hoofd-, voet-, rug- en full body massages. En de delicatessen. En de smoothies.
De jaloerse lezer heeft natuurlijk allang door dat ik hier naar iets leuks probeer toe te werken. Maar er komt niets lieve mensen, niets dan het Nirvana. Waar het zo heerlijk leeg is maar als je goed kijkt kun je die meneer Boeddha zien zitten. Met z’n dikke kont.
Ik ben als lezer niet jaloers en zie je niet naar een / ander hoogtepunt toe schrijven. Ik ben integendeel als lezer dolblij dat je het daarbij laat, een opening met name laat waarin het niets verniet. Uitstekend