Cursus gedichten verbeteren #33

Welkom terug bij de cursus waar we allemaal wat van opsteken. Het uitgangspunt van vandaag is een rammelig werkje dat verbeterbaar is tot een minder bloedeloos, nauwkeuriger en iets langer meditatief badkamergedicht.

ik wil onsterfelijke poëzie schrijven
met een tandenborstel en een scheerapparaat

iets dieps,
een positiebepaling

komm, was gibt die Sprache her?

wat heeft de taal verwekt?
een man die zich niet scheert
een wezen dat zich strekt tot tekst,

een badkamer waar vooraleer
er gewassen wordt een theorema
van alles wordt geformuleerd,

waarin alles discours is
en hout geschilderde steen.

Ik sta voor de spiegel op een been,
zie hoe de schuimblauwe inkt uitvloiet in een delta
en slinkt,

Was gibt die Sprache her?

Ik scheer me, en kijk opnieuw. Die man daar
is wankelmoedig, maar
voller, vleziger, aanweziger

De ambitie van zo’n gedicht is vermoeiend. De grote woorden zijn overbodig en de Duitse inttermezzi maken het er ook niet fraaier op. Het geheel wekt een bloedeloze en slordige indruk. We zouden hier op school een vier voor geven. De badkamerscène moet nauwkeuriger worden beschreven, de metafysische kwaliteit moet daaraan ontspringen. Er is een halfbakken motief te bespeuren maar we merken dat het gedicht niet werkt. Het doet niet voor de lezer wat het moet doen en laat niet aan de lezer over wat het aan de lezer moet overlaten. Om dat te repareren maken we het gedicht slanker en helderder.

De openingsregel is veelbelovend. Het betekent wel dat we in de badkamer moeten blijven en geen abstracte taalbonbons moeten rondstrooien want die zijn slecht voor je tanden. Schrappen dus. Het idee van het gedicht moet duidelijk worden. Het gaat om de taal als gezicht dat verzorgd wordt. Het gezicht associëren we met oppervlak, aankleding. Hoe kan de poëzie dan ‘onsterfelijk’ worden? Is het geheel niet gewoon flauwekul?

de inkt vloeit uit in een delta en slinkt

Waar slaat dat op? Het water dat je uitspuugt na het tandenpoetsen is inkt? Hier merken we hoe flauw en slecht doordacht het ideetje van dit gedicht was. Het moet veel ruiger en ‘experimenteler’. De lezer moet erbij worden betrokken (hoe kan poëzie anders onsterfelijkheid bereiken?) In de toekomst bestaan er wellicht geen scheerapparaten meer en dragen we zelfreinigende tanden. De ambitie lijkt dus tot falen gedoemd. Misschien is de opening toch niet sterk genoeg. Dat vermoeden is genoeg om er een streep door te zetten. Maar wat dan? We gaan kliederen.

ik wil, wil onsterfelijke gedichten / dat is het gekst / alsof we woorden bewonen / in mijn woord aanwezig? zijn / overdraagbaar? ik ga onsterfelijk voor de spiegel staan / bril. een formule
standvastig, zoals ik voor de spiegel sta -> ik rits, ik pis, dan is het stil (regel omhoog).
en uitspuug als een schets op het porselein / zie de mens, verwekkend (te cryptisch en vermoeiend), met taal behekst (ref: behept)

wet / het porselein is inert. de taal ontfutselen (niet: iets áán de taal ontfutselen). badkamer / eerst een theorema van alles / droesem

(na behekst) je kunt verliefd zijn, onsterfelijk

alle scheerders die zichzelf niet scheren (Bertrand Russell) -> de verzameling van alle betekenissen die zichzelf niet betekenen (meh) -> je scheren

droog, nat (dialectiek)

slechts, een denker worden, een (of: het) de mens is het wezen dat zich strekt tot tekst / geklets! geklets! (vgl. Nietzsche: Nur Narr! Nur Dichter!)

ik poets mijn tanden de dode letter / ik spuug formules / de inkt vloeit uit in een delta en slinkt (delta: rivierdelta / differentie δ)

wat blijft, wat blijft? is een wezen dat zich (overbodig)

In zo’n gedicht komen de verwarrende betekenis en de pointe beter tot z’n recht. Er zijn nu een hoop beelden die naar elkaar verwijzen en het gedicht leest door de herhaling ook aangenamer. Het resultaat van vandaag is:

theorie van alles

badkamer – licht – spiegel
zie de mens, met taal behekst

je kunt verliefd zijn, vermoeid, onsterfelijk, gek

ik pis

De mens is een wezen dat zich strekt tot tekst.

geklets! geklets!

ik poets mijn tanden. spuug

de inkt vloeit uit in
een delta en slinkt

Commentaar is van harte welkom! Zouden jullie dit gedicht hebben afgeschreven of vinden jullie het hergebruik een vruchtbare werkwijze? En is het kliederprocedé hierboven leerzaam? Heb je hier ook eigen voorbeelden van?

 

 

 

 

 

 

Geef een reactie